981
aandacht van de bevolking van Nederlandsch-Indië gebracht, dat voor
eenigerlei ongerustheid ten aanzien van de voorziening van de binnen-
landsche markt niet de minste reden bestaat.
Van de handelaren wordt daarom geëischt, dat zij hun verkoopen voort
zetten, waarbij zij echter niet verder mogen gaan, dan den normalen afzet aan
de hierbij betrokken koopers. Aan abnormale vraag van afnemers mogen zij
derhalve niet voldoen. Dit geldt in het bijzonder voor speculatieve aankoo-
pen door tusschenhandel, die met kracht zullen worden tegengegaan.
Daar in verschillende plaatsen verschijnselen van prijsopdrijving werden
geconstateerd, heeft de Directeur van Economische Zaken met nadruk her
haald, dat het verhoogen van prijzen van alle import- en verbruiksartikelen,
behalve de typische exportproducten, zoomede van alle diensten en huren,
sedert 1 September j.l. voorshands verboden is, en dat geen hoogere bedra
gen mogen worden gevorderd dan op 24 Augustus j.l. in rekening werden
gebracht.
Geneeskundige Dienst.
Medizinische Klinik, 1939 nr. 29. „Psychiatrische und andere Erjahrungen
zm spanischen Kmege" door San. Rat Prof. Dr. K. Brandenburg.
De Spaansche bevolking, vooral die der groote steden, is gedurende den
burgeroorlog aan een zeer gevarieerde reeks voor het psychische evenwicht
hoogst nadeelige factoren blootgesteld geweest. Zij leefde onophoudelijk in
de vrees door neergeworpen vliegtuigbommen dan wel door artilleriepro-
jectielen te worden gedood of gewond bij de mannen, die nog niet waren
opgeroepen, bestond de voortdurende angst gedwongen te worden deel te
nemen aan den hopeloozen strijd der regeeringstroepen tegen Franco's
technisch en numeriek verre in de meerderheid zijnd leger, hetgeen prac-
tisch gelijk stond met een spoedigen heldendood, die vooral in de laatste
stadiën van den oorlog alle aantrekkingskracht scheen te hebben verloren.
Daar kwamen nog bij honger en uitputting ten gevolge van het steeds
schaarscher worden der meest dringende levensbehoeften, terwijl voorts het
zinken der koopkracht van het geld het bedrijfsleven volkomen had stilgelegd.
S. wijst er op, dat hetgeen over de uitwerking van luchtaanvallen op
Bpaansche steden in de dagbladen werd bekend gesteld, zeer overdreven
was. Hij noemt cijfers, waaruit zulks op overtuigende wijze blijkt. Zoo wer
den m Barcelona bij 250 luchtaanvallen niet meer dan 4357 personen gedood
of gewond dit is eer, dcoden- en gewondencijfer, dat ongeveer overeenkomt
met dat voor verkeersongevallen in dezelfde stad gedurende een periode
van 30 maanden. De kans om in de straten van Madrid of Barcelona het
slachtoffer te worden van een vliegtuigbomexplosie was niet veel grooter
dan die, door een auto te worden overreden. De bevolking gewende snel
aan de luchtraids. Hoewel niet meer dan 10% der burgerij in de schuil
kelders kon worden ondergebracht, waren deze gelegenheden tijdens lucht
aanvallen slechts matig bezet. De meeste ingezetenen waren overtuigd van
het relatief geringe gevaar, dat hen uit de lucht bedreigde en gaven er de
voorkeur aan bij hun dagelijksche bezigheden te blijven. De eenige maatregel
waarvan het nut algemeen werd ingezien, bestond hierin dat men zfch
gedurende de luchtaanvallen verwijderd hield van vensters en glasruiten
welke door den luchtdruk van in de nabijheid explodeerende bommen
konden versplinteren en aldus ernstig letsel toebrengen.
Luchtgevechten prikkelden de nieuwsgierigheid der stadsbewoners der
mate, dat zelfs de meer vreesachtigen onder hen, die bij het begin van
een aanval een goed heenkomen hadden gezocht in de schuilkelders niet
wisten hoe ze snel genoeg naar buiten konden komen, om toch vooral' niets
van het imposante schouwspel te missen, dat zich hoog in de lucht boven
hen afspeelde.
Anders was het des nachts. Dan verlangde een ieder naar stilte en rust.
Tot dat doel verliet een deel der burgerij des avonds de stad en sliep buiten.