986 Vereenigde Nederlanden, Frankrijk voor en tijdens Napoleon en ook Duitsch- land hebben dat ondervonden. Kwam het Verre Oosten hiervoor reeds even ter sprake, er is alle reden hieraan nog eenige woorden te wijden. Het onverbrekelijke verband tusschen hetgeen aldaar en in Europa geschiedt werd wederom bewezen. Het Duitsch- Russische pact heette de oorzaak te zijn van den val van het Japansche ministerie, dat werd opgevolgd door dat van premier Abe. Bekende per sonen zocht men hierin tevergeefs, hetgeen niet naliet, bijgedachten op te roepen. Wie, zoo werd er gevraagd, zijn de personen, die aan de touwtjes trekken Als ware reden van vorenbedoelden val mag men wel aannemen het feit, dat zoowel in het volledige als in het romp-ministerie van de big five (premier, oorlog, marine, buitenlandsche zaken en financiën) kennelijk weinig eenstemmigheid heerschte over den te volgen koers, althans over het tempo waarin die zou worden gevolgd. In de zee van telegrammen over de gebeurtenissen in Europa ging nu vrijwel geheel het belangrijke bericht verloren van wijziging van de Japansche grondwetin den vervolge zijn niet meer alle ministers elk voor zich doch is slechts de premier verantwoordelijk aan de Kroon eenstemmigheid is dus gewaarborgd. Voorts is de min. president in overleg met den opperbevelhebber belast met de uitoefening van het hoogste gezag t.a.v. de belangrijkste staatszaken, welke verband houden met het China-incident, de volledige oplossing waarvan als punt een op het programma van het nieuwe ministerie staat. Later volgde nog het bericht, dat in China een opperbevel was ingesteld. Hiermede komt een einde aan de zelfstandigheid van de drie legers in N., Midden en Z.-China en ontvalt aan de puppet regeeringen in de eerste twee genoemde gebieden de steun, die hen stijfde in afkeerigheid van een nieuw centraal Chineesch gezag. Er is dan ook alle reden, hierin een stap te zien in de richting van de tegen 10 October aangekondigde instelling van een zoodanig gezag onder leiding van Wang Tsjing Wei. Nadat de post van minister van buiten landsche zaken eenigen tijd onvervuld was gebleven, werd admiraal Nomura daartoe geroepen. In Engeland en Frankrijk begroette men deze benoeming met voldoening. Toch make men zich geen illussies. Ook in Japan weet men maar al te goed, dat het ijzer gesmeed moet worden als het heet is het zal dan ook wel niet nalaten den rol te vervullen van den derden hond, die er met het been van door gaat en wat dit been is, daarover behoeft geen twijfel te bestaan. De eenige rem is wellicht nog Amerika dat men in Japan al den waakhond van het Westen heeft genoemd. Doch zal het genegen zijn to take up the white man's burden De regeering moge er blijk van geven, het volk bewijst door zijn onderlingen strijd over herziening van de Neutra- liteitswet wel, dat het voorshands slechts denkt aan eigen belangen. Na deze algemeene beschouwingen nog eenige feiten. De nieuwsbureaux deden het publiek op 3 September zeker geen goeden dienst door bekend te maken, dat een wereldoorlog was uitgebroken op dien datum was het alarmeerende bericht zeker onjuist. Politiek gesproken kan het ook thans nog niet juist worden genoemd hoewel het in aardrijkskundig opzicht een schijn van werkelijkheid heeft. Nog steeds zijn het toch slechts eenerzijds Duitschland en anderzijds Frankrijk en deelen van het Britsche Rijk (Groot Britannië en N.-Ierland, Australië, Britsch-Indië, Canada, Nieuw Zeeland en na onderlinge meeningsverschillen Zuid-Afrika) die met elkander in oorlog zijn. Irak en Egypte bepaalden zich tot verbreken van de diploma tieke betrekkingen zoowel Joden als Arabieren zegden Londen allen steun toe. De Russische inval in Polen „ter bescherming van de bevolking" leidde niet tot een oorlogstoestand met andere mogendheden. Blijkbaar voelen Engeland c.s. niets voor uitbreiding van het conflict. In zooverre streven zij als Hitier localisatie na. Ook Roemenië hield zich afzijdig, ondanks het verdrag met Polen dat wederzijdsche hulp voorschreef in geval van een Russischen aanval. De houding van Italië is nog niet geheel duidelijk Mus-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 109