893
8(1) (2) 28 (4). Luchtvaartuigen, opgesteld aan boord van
oorlogsschepen (vliegkampschepen of andere)of
daarmede in art. 2 onder 3° gelijkgestelde vaar
tuigen zullen worden beschouwd als deel uit te
maken van zulke schepen op voorwaarde, dat zij
gedurende het verblijf in het rechtsgebied (artikelen
6 of 8), in den toestand van rust blijven. Bij niet
naleving van deze voorwaarden worden zij behan
deld als militaire luchtvaartuigen.
Artikel 5.
In afwijking van art. 4 worden niet geïnterneerd
27,30 1°- schipbreukelingen, die het land bereiken of
door een handelsvaartuig dan wel niet-militair
luchtvaartuig uit zee worden aangebracht, benevens
zieken en gewonden door zoodanig vaartuig op zee
overgenomen en aan land gebracht, tenzij tegen
over de wederpartij eenige verbintenis ter zake
van interneering is aangegaan en tenzij de schip
breuk, resp. de overneming der zieken en gewon
den, binnen het rechtsgebied is geschied en de
binnenkomst aldaar van het vaartuig krachtens de
regelen dezer proclamatie niet geoorloofd was
2°. de militaire opvarenden van een koopvaar
dijschip, niet vallende onder de bepalingen van
art. 2, hetwelk uitsluitend voor het aanloopen van
een haven of reede binnen het rechtsgebied komt.
Eveneens worden niet geïnterneerd
3°. ontvluchte krijgsgevangenen
4°. deserteurs.
Artikel 6.
Het bepaalde in art. 2 onder 3° en art. 4, leden
2 en 3 is niet van toepassing op
4(1) 17,18 1°- Oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder
3° gelijkgestelde vaartuigen, welke aannemelijk
maken, dat zij wegens averij of wegens de gesteld
heid der zee genoodzaakt zijn één der havens ol
reeden van den Staat binnen te loopen, mits zulks
niet geschiedt tijdens een achtervolging door den
vijand.
5(1) 18,22 Deze schepen zullen hunne averijen onver
schillig door welke oorzaak ontstaan in de
aangeloopen haven mogen herstellen, voor zoover
zulks voor de zeewaardigheid onmisbaar is en zon
der overigens op eenigerlei wijze hun strijdkracht
4(1) te vermeerderen. Zij zullen moeten vertrekken zoo
dra de omstandigheden, welke het binnenloopen
noodzakelijk maakten, hebben opgehouden te
bestaan.
22 De Regeering kan een termijn stellen, bij over
schrijding waarvan de interneering van schip,
bemanning en militaire opvarenden zal volgen.
Leden der bemanning en militaire opvarenden, die
bij het vertrek van het vaartuig achterblijven, wor
den geïnterneerd