894
5,3e
4(1),8(1)
25,29
2(2)13),6
13
4(1)
20,26
4(3)
21
4(4)
21
5(3) (4)
24
2°. Oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder
3° gelijkgestelde vaartuigen van oorlogvoerenden,
welke kunnen bewijzen, dat hunne komst binnen
het rechtsgebied volstrekt onopzettelijk is geschied
en ondanks de omstandigheid, dat de uiterste voor
zorgsmaatregelen waren genomen tot vermijding
van de binnenkomst
3°. Oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder
3° gelijkgestelde vaartuigen, alsmede militaire
luchtvaartuigen of daarmede in art. 2 onder 3° en
4° gelijkgestelde luchtvaartuigen van oorlogvoeren
den, welke uitsluitend gebezigd worden voor een
godsdienstige, wetenschappelijke of menschlievende
zending.
Artikel 7.
Van de geheel in Nederlandsch rechtsgebied gele
gen zeestraten, is de doorvaart door Straat Soenda
aan de oorlogsvaartuigen of de in art. 2 onder 3°
daarmede gelijkgestelde vaartuigen van een oorlog
voerende toegestaan, mits de bevelhebbers der
schepen vooraf den wensch hiertoe kenbaar maken
aan de ter plaatse aanwezige bewakingsvaartuigen
en zich gedragen naar het voorschrift van art. 1
en naar de voorschriften der betrokken autoriteiten.
Artikel 8.
Een oorlogsschip of daarmede in art. 2 onder 3°
gelijkgesteld vaartuig van een oorlogvoerende, dat
zich bij het uitbreken van den oorlog in het rechts
gebied mocht bevinden, moet binnen den door de
plaatselijke autoriteiten voorgeschreven termijn
vertrekken.
Artikel 9.
(1). Wanneer oorlogschepen of daarmede in art.
2 onder 3° gelijkgestelde vaartuigen van tegen
elkander oorlogvoerende partijen, welke onder art.
6 of 8 vallen, zich gelijktijdig in elkanders nabij
heid binnen het rechtsgebied bevinden, moeten er
minstens 24 uur verloopen tusschen het vertrek
van aan elkander vijandige schepen. De orde van
het vertrek wordt, behoudens bijzondere omstan
digheden, bepaald door de orde van aankomst.
(2). Een oorlogsschip of een daarmede in art. 2
onder 3° gelijkgesteld vaartuig van één der oorlog
voerende partijen kan dezelfde of een nabijgelegen
haven of reede niet verlaten binnen 24 uur na
vertrek van een handelsvaartuig, dat de vlag van
zijn tegenpartij voert.
Artikel 10.
(1). Wanneer een oorlogsschip of daarmede in
art. 2 onder 3° gelijkgesteld vaartuig van een oor
logvoerende bij het uitbreken van den oorlog in