897 Artikel 22. 11 (1). Het is verboden in hét rechtsgebied gebruik te maken van radiostations voor het uitzenden van inlichtingen over de buiten het rechtsgebied aan wezige militaire strijdkrachten. (2). Schepen of luchtvaartuigen in het rechts gebied mogen geen gebruik maken van hun radio stations anders dan voor noodseinen, voor seinen noodig voor de navigatie en voor meteorologische doeleinden. Artikel 23. '.12 (1). Verder wordt de aandacht gevestigd op de artt. 100, 1° en 205 van het Nederlandsch Wetboek van Strafrecht, artt. 122, 1° en 238 van het Indisch Wetboek van Strafrecht, de artt. 106, 1° en 211 van het Surinaamsch Wetboek van Strafrecht, de artt. 106, 1° en 211 van het Curacaosch Wetboek van Strafrechtop art. 7, 4° der Wet op het Neder landerschap en Ingezetenschap (laatstelijk bekend gemaakt in het Nederlandsch Staatsblad 1937, 206, Indisch Staatsblad No. 514) art. 2, le lid, 3° van de Wet op het Nederlandsch Onderdaanschap van 10 Februari 1910, laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 21 December 1936 (Nederlandsch Staatsblad van 1936, No. 913, Indisch Staatsblad 1937, Nos. 389 en 390, Gouvernementsblad van 1937, Nos. 68 en 71, Publicatieblad van Curacao van 1937, Nos. 64 en 66) 1). (2). Mede wordt de aandacht van scheepsbevel hebbers, reeders, bestuurders van luchtvaartuigen, luchtvaartdirectiën en inladers van schepen of luchtvaartuigen gevestigd op het gevaar en de nadeelen, waaraan zij zich zouden blootstellen door een werkelijke blokkade der oorlogvoerenden niet te eerbiedigen dan wel oorlogs-contrabande of mili taire dépêches (tenzij in den regelmatigen post dienst) voor de oorlogvoerenden te vervoeren of diensten in strijd met de onzijdigheid voor hen te verrichten. Art. 122, 1Ind. W.v.S. Met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren wordt gestraft, hij, die, in geval van een oorlog waarin Nederland niet betrokken is, opzettelijk eenige handeling verricht, waardoor de onzijdigheid van den Staat wordt in gevaar gebracht of eenig bijzondér voorschrift tot handhaving der onzijdigheid van Regeeringswege gegeven en bekend gemaakt, opzettelijk overtreedt. Art. 238 Ind. W. v. S. Hij, die zonder toestemming van den Gouverneur- Generaal iemand voor vreemden krijgsdienst aanwerft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en vier maanden of geldboete van ten hoogste drieduizend gulden. Art. 7, 4°der Wet op het Nederlanderschap en Ingezetenschap. Nederlan derschap wordt verloren door zonder Ons verlof zich te begeven in vreemden krijgs- of staatsdienst. Art. 2, le lid, 3° van de Wet op het Nederlandsch Onderdaanschap. Het Nederlandsch onderdaanschap wordt verloren door zonder verlof van den Koning of in Nederlandsch-Indië, Suriname of Curacao van hem, die aldaar in 's Konings naam het algemeen bestuur uitoefent, zich te begeven in vreemden krijgs- of staatsdienst.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 20