Gelukt het aanvankelijk niet ten gevolge van 's vijands mate- rieele of moreele overmacht hem het betreden van een bepaalde terreinstrook te beletten, dan zal getracht moeten worden den vijand te noodzaken het vermeesterde terrein wederom prijs te geven. Dit kan dan slechts geschieden door middel van een tegenstoot of een tegenaanval. Hier komt dus uit noodzaak een beweeg lijk element in de verdediging een plaats opeischen. Het is dientengevolge van belang na te gaan, welke de rol is, die aan de reserves in beide stadia van de verdedigende gevechts voering kan worden toebedeeld. 2. Taak en gebruik van de plaatselijke reserves. Volgende uit de bovenstaande algemeene beschouwing omtrent de verdediging kan een plaatselijke reserve op twee, in wezen verschillende, wijzen worden gebruikt t.w. le. als onbeweeglijke afdeeling aan het gevecht deelnemende 2e. als beweeglijke afdeeling, ingezet in het raam van de ver dediging. In den regel en in het A. T. V. II is zulks ook inderdaad gebiedend voorgeschreven, zie punt 97 (1) ad. b en c zullen beide wijzen van het gebruik van plaatselijke reserves naast elkaar of na elkaar moeten worden toegepast, waaruit volgt, dat elke plaatselijke reserve een dubbele taak heeft te vervullen. Deze taken kunnen als volgt worden omschreven ad. le bij onbeweeglijk gebruik. a. medewerken aan de vóór de hoofdweerstandslijn te leggen afsluitingsvuren (het stormvuur). Deze taak kan uiteraard slechts worden opgedragen aan plaatselijke reserves van de voorcompagnieën, in heel bijzondere gevallen (geaccidenteerd terrein) aan een gedeelte van de compagnieën in bataljonsreserve b. door middel van afsluitingsvuren in de hoofdweerstands- strook zoowel evenwijdig aan als loodrecht op het beloop van de stelling, ten einde een eventueel binnengedrongen vijand tot staan te brengen en zijn zijwaartsche uitbreiding af te grendelen c. door middel van afsluitingsvuren op een niet aangeleunden vleugel van de stelling om een eventueele vijandelijke flankbedreiging of overvleugeling tot staan te brengen d. de verdediging voet voor voet van het bezette terreindeel. ad. 2e bij beweeglijk gebruik. a. de vervanging, aflossing of versterking van voorgelegen afdeelingen b. de uitvoering van een tegenstoot of een tegenaanval tegen een in het stellingterrein binnengedrongen vijand 904

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 27