sende reserve-afdeelingen moeten worden overgenomen, opdat deze zich reeds hebben ingewerkt in het te bezetten stellingge deelte, wanneer hun troepen de taak overnemen. Ten opzichte van de versterking wijst A. T. V. II in punt 98(2) er op, dat deze handeling alleen verantwoord is, wanneer de verliezen, welke de betrokken afdeeling in voorste lijn heeft ondergaan, van dien aard zijn, dat weliswaar haar gevechtskracht nog niet is gebroken, doch dat het door haar te verzorgen gedeelte van het vuurplan in gevaar wordt gebracht öf wel ter verlenging van een vleugel. In het bijzonder wordt er de nadruk op gelegd, dat de versterking rummer het karakter mag dragen van ver dichting van de voorste lijn. In dit verband wijzen wij op den volgenden behartenswaardigen wenk uit het Règl. de l'lnf. Combat „Ce dernier mode d'emploi des réserves est exceptionnel, car, pendant le combat, elles risqueraient d'arriver trop tard en outre, il ne faut pas exagérer le danger d'un vide dans le dispositif, tant qu'il existe, en arrière et sur les flancs, des éléments qui peuvent continuer a tirer. On se garde done de précipiter prématurement des réserves dans des brèches de peu d'importance." „De hoofdtaak van de plaatselijke reserves moet zijn het terug werpen van een binnengedrongen vijand" (A.T.V. II, punt 99(1)). Het onderwerp „tegenstoot en tegenaanval" heeft eenige jaren na den Europeeschen oorlog in de militaire vakliteratuur een zeer groote plaats ingenomen. Dit is begrijpelijk, want de handeling is zeer moeilijk uit te voeren, eischt eenerzij ds een groote gevechts discipline van de ondercommandanten, anderzijds een juiste toe passing van het toegestane initiatief, gebaseerd op een juist tac tisch inzicht (verbindingsvraagstuk een groote besluitvaardig heid en een onverschrokken doorvoering. Het juiste begrip omtrent deze materie is voor ons geregeld in A. T. V. II, punten 100 t/m 103, welke punten hieronder nader in beschouwing worden genomen. Punt 100 vermeldt „Het terugwerpen van een binnengedrongen vijand geschiedt door middel van tegenstooten en (of) tegenaanvallen. Beide handelingen kunnen gericht zijn tegen het front of tegen de flank, de tegenaanval ook gelijktijdig tegen front en flank van den doorgedrongen vijand". Uit dit punt is dus duidelijk te lezen, dat tegenstoot en tegen aanval uitsluitend beoogen het herwinnen van verloren gegaan terrein in de stelling zij maken dus deel uit van het verdedigings systeem, nl. het beweeglijke element in de verdediging. In de punten 101 en 103 worden opzet en uitvoering van tegenstoot en tegenaanval nader uiteengezet 101„(1) De tegenstoot is een onderneming van afdeelingen van de compagnies- of bataljonsreserves (tot een sterkte van hoogstens één compagnie), welke wordt uitgevoerd op initiatief van den commandant van die afdeeling zelve of indien ter plaatse aanwezig van den naasthoogeren commandant. 906

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 29