Derde plaat
Vierde plaat
Rantau Pakam.
Loeboek Batil.
Pasir Poetih.
Toempoeh Tenggah.
Eur. fus. Ilgner
alg. stb. nr. 31831.
Eur. fus. Van Driel
alg. stb. nr. 24965.
Eur. fus. Groot
alg. stb. nr. 35240.
Inl. Korpl. Tokario
alg. stb. nr. 34724.
Inl. fus. Hoedotiko
alg. stb. nr. 59.
Inl. fus. Matarim
alg. stb. nr. 35916.
De Tamiang Expeditie 1892/93.
In 1884 werd in de onderafdeeling Beneden Langkat een begin
gemaakt met de ontginning van petroleumbronnen te Telaga Said
aan de Lepan-rivier, terwijl de Koninklijke Nederlandsche Maat
schappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Neder landsch-
Indië, die in 1890 was opgericht, te Pangkalan Brandan een
etablissement stichtte voor de bewerking en verscheping van de
daar gewonnen petroleum.
Deze ontluikende nijverheid werd bedreigd door den voortdu-
renden toestand van onveiligheid in het aangrenzende Tamiang.
Reeds sedert 1877 waren herhaaldelijk Atjehsche benden in Ta
miang en Langkat doorgedrongen, die zich daar aan moord en roof
schuldig maakten. Herhaaldelijk was daartegen zelfs met vrij
sterke militaire troepen opgetreden en men was er wel telkens
in geslaagd den vijand te verdrijven, doch nimmer hem een zeer
gevoeligen klap toe te brengen.
Het was ongeveer medio 1892, toen berichten inkwamen, dat
het beruchte benaehoofd Nja Makam voorbereidingen maakte
voor een nieuwen inval in Tamiang en Langkat, maar door de
van onze zijde genomen maatregelen, waarbij o.m. de mobiele
colonne van Bindjey gezonden werd om Boeloe Telang, Pangkalan
Brandan en Boekit Mas te bezetten, zag Nja Makam toen van zijn
voornemen af.
In Januari 1893 kwam genoemde Nja Makam echter werkelijk
met eenige honderden volgelingen opdagen en deed een krachtigen
aanval op Seroeway aan deze zijde van de Tamiangrivier. Het
Maleische gedeelte van deze kampong werd in brand gestoken
en slechts onmiddellijk uitrukken van een militaire patrouille
onder den postcommandant, luitenant Van der Schroef, voorkwam
dat een gelijk lot den Chineeschen kamp trof.
De Atjehers trokken hierop over de rivier terug en bezetten
een stelling bij Rantau Pakam, ongeveer 'o km benedenstrooms
van Seroeway. Zij bleven echter steeds in de omgeving rond-
880