kent dit voor één mitrailleur 1 schot per 5 m er zullen dus per vliegtuig 5 mitrailleurs noodig zijn om ongeveer een schot per meter te verkrijgen, terwijl de baan weinig rasant is, zoodat deze vliegtuigaanvallen minder te duchten zijn dan de aanvallen in scheervlucht met bommen. In dicht begroeide terreinen is deze aanval met bommen zeer moeilijk uit te voeren, daar tengevolge van den vorm van de bombaan, de bom reeds op grooten afstand voor het aanslagpunt. soms reeds op 200 m moet worden losgelaten, zoodat het doel door de bemanning dikwijls te laat wordt ontdekt. Boven dien is het oriënteeren zeer moeilijk, zoodat dikwijls niet boven het gewenschte punt wordt aangekomen. Ten aanzien van den aanval in scheervlucht met bommen wordt nog het volgende opgemerkt. Daar de bom zich tot aan den aanslag vrijwel onder het vliegtuig blijft bewegen, en deze aanvallen meestal op zeer geringe hoogte worden uitgevoerd, zal de springende bom gevaar opleveren voor het eigen vliegtuig. Daarom worden deze aanvallen dikwijls uit gevoerd met kleine bommetjes van bijv. 1 kg met een zeer plaat selijke uitwerking, welke in grooten getale worden uitgestrooid, dan wel wordt de (grootere) bom van een lange vertraging- voorzien, bijv. 6 a 10 seconden, om het vliegtuig gelegenheid te geven zich te verwijderen voor de bom springt. De bommen tref fen den grond onder een zeer geringen invalshoek, waardoor zij veelal opstuiten of althans zeer weinig indringen. Bij indringing is de uitwerking van een scherfbom practisch nihil. Wordt vernieling beoogd van weerstandbiedende doelen, dan zouden mijnbommen moeten worden gebruikt van 100 of meer kg. Deze bommen geven echter het gunstigste rendement bij een groote indringing (deze mag ook weer niet te groot zijn), hetgeen bij deze wijze van aanvallen niet te verkrijgen is. Ten slotte is de tref snelheid van de bom bij dezen aanval slechts 80 m/sec., terwijl zij, afgeworpen van bijv 1000 m hoogte reeds 140 m/sec. is. Uit e.e.a. volgt, dat de aanval in scheervlucht niet geëigend is voor het vernielen van weerstandbiedende doelen, zeker niet als deze doelen bijzonder sterk zijn geconstrueerd, zooals betonnen borstweringen en onderkomens of pantsers. Het is voor den luchtdoelartillerist noodzakelijk te bedenken, dat een hooge bomaanval in horizontale vlucht dikwijls gepaard zal gaan met gelijktijdig uitgevoerde aanvallen in scheervlucht op de den vijand bekende luchtdoelbatterijen. Daarom is het, en zeker voor de batterijen in vaste opstelling, noodzakelijk per bat terij te beschikken over een batterij lichte machinekanonnen of luchtdoelmitrailleurs om dergelijke aanvallen te bestrijden, zoodat de zware of middelbare batterij haar taak tegen de hooge bom aanvallen kan blijven uitvoeren. 919

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 42