5. CHINA. (Van onzen Correspondent) De maand Augustus stond geheel in het teeken der politiek. De politieke verwikkelingen, welke elk oogenblik Europa in den oor log dreigden te storten, en zulks inmiddels ook deden, oefenen eveneens directen invloed uit op de landen om den Pacific. De wijze, waarop de Duitsche regeering Japan voor het hoofd stootte door met zijn aartsvijand een non-agressie verdrag te sluiten, kostte aan het Hiranuma Kabinet, dat sedert begin Januari van dit jaar aan het bewind was, het leven. Het nieuwe kabinet onder generaal Abe heeft verklaard, dat het scheppen van een nieuwe orde van zaken in Oost-Azië het hoofddoel is ook van zijn politiek, en dat het om dit doel te bereiken noodig is de operatiën tot ver zwakking van het ChiangKaiShih regime voort te zetten. Mede in nauwe betrekking tot den strijd in China en de Japansche regee- ringspolitiek staan de pogingen tot de vorming van een nieuwe centrale (puppet) regeering in China en de pogingen de Britsche regeering te bewegen haar pro-ChiangKaiShih houding en gezind heid op te geven. Nieuwe gezichtspunten biedt dit programma niet. Voorts wenscht het nieuwe kabinet het incident in China zoo spoedig mogelijk tot een gunstig einde te brengen. Dit is volkomen begrijpelijk. Het Japansche volk kan niet op deze wijze eindeloos blijven doorgaan. De Japansche schatkist is zoo goed als leeg en het land is verzadigd met schatkistbiljetten. Er moet iets gebeu ren. Het is alleen maar de vraag „wat". Daarop heeft het kabinet Hiranuma geen antwoord weten te geven, en men betwijfelt nu reeds of dit kabinet gelukkiger zal zijn in het vinden van een ant woord. Wat uit de verklaringen van generaal Abe duidelijk naar voren treedt, is hoe diep Japan in het Chineesche moeras is weg gezonken. Het is wegens den economischen toestand thuis absoluut noodig in China tot positieve resultaten te komen. Men is dezen oorlog begonnen om Japan rijk en onafhankelijk te maken met de nog onontgonnen schatten, welke China in zijn bodem bewaart, en rijk te maken door voor zich met uitsluiting van elk ander volk de markt te reserveeren, waarop 500 millioen Chineezen moeten koopen. Tienduizenden Japanners, die meenden daar een nieuw Klondyke te zullen vinden, zijn al naar China gestroomd. Men duizelt als men de cijfers ziet, welke de grootte der kapitalen aangeven van de maatschappijen, die Noord- en Midden-China zul len exploiteeren. Maar voorloopig is het eenige bezit de maat schappijen de mijnen en fabrieken, die de Japanners van de Chi neesche eigenaars hebben afgenomen, alsmede de spoorwegen, 923

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 46