van den altruïstischen factor toeneemt, dus naarmate het karakter zich tot hooger niveau ontwikkelt. Hieruit volgen deze conclusies le. de hygiënische tucht kan niet, althans met veel minder kans op succes, ontwikkeld worden door speciaal onderwijs zonder meer, doch dient aangekweekt te worden door de combinatie van hygiënisch onderwijs met de ontwikkeling tot hooger niveau van het geheele complex van neigingen en karakter trekken, derhalve met opvoeding 2e. dit klemt des te meer naarmate de toehoorder meer onge schoold is, dus minder ontvankelijk voor intellectueel onderwijs 3e. niet alleen geldt dit voor hygiënische tucht, doch vanzelf sprekend, voor iederen vorm van tucht, ook de krijgstucht. Wij kunnen daarom zoo positief zijn, omdat deze „theorie niet van te voren is opgesteld en daarna in practijk gebrachthet omgekeerde is het geval. Vanzelf trad hij het onderwijs het opvoe dende element meer naar voren, moest automatisch naar voren komen bij het wijzen op plichtsbesef en andere goede soldaten- eigenschappen. De theoretische verklaring is restrospectief opge steld x). Thans de practijk. Sinds October 1933 wordt door schrijver onderricht aan de recruten gegeven, sinds 1935 meer intensief, eerst nog zonder, doch hoe langer hoe meer gecombineerd met militaire opvoeding. Deze combinatie heeft direct al deze aan trekkelijke voordeelen le. zij schept een mogelijkheid de zoo gewenschte variatie te brengen 2e. moeite en tijd worden niet eenzijdig aangewend „alleen ten voordeele van den dokter" en gaan niet ten koste van den zoo noodzakelijken oefentijd want door het opvoedende element worden ontwikkeld de zoo zeer begeerde soldaten- eigenschappen tucht en zelftucht, wilskracht, doorzettings vermogen, kameraadschap, trouw, enz. Het geeft den militair inzicht in het hoe en het waarom, in het wezen van de taak van het leger. Het geeft hem zelf een taak, en doet hem de waarde en de waardigheid daarvan kennen. Zijn arbeid krijgt een doel, hetwelk voor hem een richtlijn vormtzijn arbeid krijgt zin en wordt reëel. Het geeft bezieling, meer lust zijn plicht te doen, om naast en boven het „moeten" ook het „willen" te stellen (deze aangelegenheid blijft verder buiten beschouwing en zal in een volgend artikel worden behandeld) t) Waarbij niet gestreefd is naar streng-wetenschappelijke juistheid. 946

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 69