5e. de handelingen, welke men voor een hygiënische leefwijze
moet verrichten, zijn eenvoudig en voor niemand moeilijk
te begrijpen en toe te passen
6e. hygiëne is een voorzorg, welke begint bij den gezonden
mensch, reeds vóór zijn geboorte, en waarvan de kennis
door een ieder, wien ook, geheel en al moet worden aan
geleerd en waarvan de toepassing gaandeweg tot een tweede
natuur wordt
7e. de daling der ziektecijfers in vredes- en oorlogstijd, de toe
neming van den gemiddelden leeftijd en de vermindering
der kindersterfte bewijzen de groote waarde der hygiëne
8e. indien de hygiëne te wenschen overlaat, treden de nadeelen
aan het licht, speciaal het sneller „versleten" raken van
het lichaam
9e. geslachtsziekten, met name syphilis, zijn schijnbaar niet
ernstig, doch in werkelijkheid hebben zij een funesten
invloed op den algemeenen gezondheidstoestand en de phy-
sieke gesteldheid van een ras
10e. voor het in toepassing brengen van hygiënische regelen is
de daadwerkelijke medewerking van ieder militair (een
ieder naar vermogen) onmisbaar.
Wij kunnen begrijpen, dat de lezer eenigszins sceptisch gestemd
is over eventueele resultaten bij oudere militairen. Doch als de
theoretische basis juist is, moet de toepassing overal tot resultaten
leiden. De moderne mensch stamt toch ook van primitieve, onhy
giënische voorouders Waar een wil is, is een weg.
De tegenwerping, dat dit alles wel mogelijk is bij een depót,
doch niet bij een veldbataljon, is een negatieve critiek. Wie zich
bij deze critiek neerlegt en er dus van afziet zijn medewerking te
verleenen, maakt dat het bij het depót bereikte (snel) te loor gaat,
in plaats van dat het geleerde tot verdere ontwikkeling wordt
gebracht ten bate van de afgerichte recruten en van het geheel.
De tijd, te besteden aan de voorzetting der hygiënische opvoeding,
kan geen beletsel zijn niet de quantiteit is het voornaamste doch
de qualiteit van het onderwijs en de medewerking. Hier moet
ervaring den weg wijzen. De conditio sine qua non is overtuiging.
Wie zich neerlegt bij den huidigen toestand met een hygiëni
sche tucht, welke nog voor veel verbetering vatbaar is betoont
zich passief, instede van actief en doelbewust de verwezenlijking
van een waarlijk legerbelang na te streven. Hij ziet tevens af van
de voordeelen, verbonden aan het opvoedende element, dat in
hygiënische tucht schuilt.
Ten slotte de tegenwerping, dat een soldaat toch niet met een
klein voetwondje op het ziekenrapport zal gaan of kan gaan.
Veelal toch wordt gaarne gezien, dat het ziekenrapport zwak
bezet is. Doch om één der vele consequenties mag het geheele
principe toch niet worden veroordeeld Bovendien zijn de bezwa-
954