In Juni 1893 was deze expeditie officieel afgeloopen en ofschoon daarmede aan alle verzet nog geen einde was gemaakt, was de toestand in het Tamiangsche toch aanmerkelijk verbeterd. De terugkeer van de troepen in Medan werd feestelijk gevierd ter herinnering aan de expeditie en ter eere van de nagedachtenis der gesneuvelden werd in 1894 het Tamiang-monument opgericht. 885 DUITSCHE MILITAIRE TACTIEK. (uit een artikel in ,,Tlie Round Table Londen, Juni 1939) 1) De tactiek bij het Duitsche leger wordt gekenmerkt door de afwezigheid van beperkende voorschriften of methoden. Zij beoogt den individueelen bevelhebber de grootst mogelijke vrijheid te laten, zich aan te passen aan de concrete situatie, waarvoor hij zich geplaatst ziet en deze in militairen zin uit te buiten. Zoodoende staat zij in volstrekte tegenstelling tot het Fransche streven, een weldoordacht plan op te stellen voor elke denkbare omstandigheid, een methode, welke voor den Duitschen geest te gecompliceerd, te langzaam en bovenal te star is. Den Duitschen commandant is ten aanzien van zijn tactische beslis singen een speelruimte gelaten, als in geen enkel ander leger bestaat. Dat is niet altijd het geval geweest. Onder het 'bewind van Frederik den Grooten was de controle op de officieren, zelfs op hen, die zich op een alleenstaanden post bevonden, zóó streng en stond de koning zoo sterk op de nauwkeurige naleving van zijn bevelen, dat de geest van initiatief, welken zijn eigen heldhaftig voorbeeld bij zijn generaals wekte, grooten- deels werd onderdrukt. Na zijn dood echter en in het bijzonder na de ineenstorting van zijn systeem in de catastrophe van Jena en Auerstadt, sloeg de slinger naar het andere uitersteover, en daar is hij sindsdien gebleven. Prins Friedrich Karl van Pruisen, de groote militaire reorganisator van het midden der vorige eeuw, schreef in 1860 „Pruisische officieren kan men niet onderwerpen aan de beperkingen door voorschriften en tactische stelregels, zooals deze in Rusland, Oostenrijk en Groot-Brittannië van kracht zijn. Met onze officieren zou men niet zooals Wellington een defensieven veldslag op starre linies kunnen leverenBij ons zijn de generaals -bereid, op eigen verantwoording allerhand operaties uit te voeren, zonder het medeweten en de toestemming van den opperbevelhebber, en alle behaalde voor- deelen tot het uiterste uit te buiten." Den commandant is niet enkel een groote mate van onafhankelijkheid gelaten voor het ondernemen en voortzetten van operaties, doch bovenal voor de uitvoering van zijn bevelen. Hij heeft niet slechts het recht, doch den plicht zijn bevelen op eigen initiatief te wijzigen, zoodra hem blijkt, dat zij niet bij de situatie passen. Een der vermaardste „bon mots" van het Duitsdie leger is de uitroep van een ouden generaal„Mijnheer, de koning heeft u tot stafofficier bevorderd, omdat hij meende, dat u wist, wanneer gij de bevelen niet moest opvolgen Voor het uitbuiten van de speciale aspecten van een gegeven situatie is de grootst mogelijke snelheid in besluit en uitvoering vereischt. Dat is de reden, waarom bij de tactische opleiding in het Duitsche leger snelheid en beslistheid in uitvoering een voornamer plaats innemen dan de correcte vorm der operatie zelf en ook dan de zorg voor „veiligheid", die karakte ristiek is voor de Fransche denkbeelden op het gebied der tactiek. In de 'j De Kern, Augustus 1939.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 8