975
valt ook niet veel te verwachten de normale indeelingen znllen zoo niet
vóór dan toch tijdens de eerste gvn. worden verbroken. Op elkaar inspelen
is slechts dan goed mogelijk, wanneer de art. behoort tot het inf.reg. Als
zoodanig wenscht S. onder opheffing van de cie. inf.gs. een afd. van 3 bijn.
a 4 stun. Gew. in stl. max. 1000 kg, vuurhoogte minder dan 1 m, kal. 7,5 cm,
dracht 8 a 9 km, 4 ladingen, spreidaffuit, getrokken door 6 pdn. en geschikt
voor pantserafweerde constructie van zoodanig geschut is technisch mo
gelijk. Het is jammer, dat S. cns in het ongewisse laat omtrent de bij
zijn org. behoorende sterkte van de div.art. wenscht hij die naar rato te
verkleinen of houdt ook hij vast aan de thans alom voorgestane sterkte
van 5 a 6 afdn. Zoolang hiercp geen antwoord wordt gegeven, valt zijn
voorstel uit artilleristisch oogpunt moeilijk op zijn juiste waarde te schatten.
Verkenning, waarneming en vuurleiding.
M.W. 4 vermeldt het verschijnen van een R. voorschrift over het gebruik
van artvlgn. Zij behooren tot de L.Kn. als regel worden enkele vlgn. of
patn. ter beschikking gesteld van de D.A.Cn. en de cdtn. der met „Fernwir-
kung" of „Zerstörung" belaste gpn. Als normale prestatie geldt 1 vlucht
van 23 uur per dag, als max. 24 vluchten van in totaal 45 uur. Slechts
bij uitzondering zal beneden 2.000 m kunnen worden gevlogen. Uit de taak
omschrijving blijkt, dat de art.vliegers behalve met vuurleiding (inschieten
met gn. met vereenigde richtlijnen) zijn belast met vk. en wg. in den uitge-
breidsten zin des woords (o.a. zoowel met fotografische als meteorologische
opnamen) onder alle gevechtsomstandigheden.
Maakten wij in I.M.T. 1939 op blz. 178, 453 en 762 gewag van Fr. en D.
pleidooien voor een organiek tot de art. behoorenden lu.wg.dienst (zie ook
nog M. W. 50, Die Bedeutung des fliegenden Artiilleriebeobachters für die
Infanterie en M.W. 2, Der fliegende Artilleriebeobachter), thans valt op
dit gebied weder een Eng. stem te beluisteren, nml. van mj. Hilton, die met
een artikel over vuurleiding door luchtwaarnemers de Duncan Silver Medal
19381939 verwierf (J.R.A. III). S. betoogt, dat men deze vuurleiding even
min als men het met die op den grond zou deen aan niet-artilleristen (R.A.F.,
Army cooperation) moet opdragen. Alle art.offn. moeten leeren vliegen,
waarnemen er. vuurleiden uit de lucht. Uitvoerig zet hij uiteen hoe dit
geleidelijk zou zijn te bereiken. Vervolgens wijdt hij beschouwingen aan de
wijze van doel verkenning, waarneming en vuurleiding waarbij niet aan den
indruk kan worden ontkomen, dat de samenwerking met de art. op den
grond in Eng. thans op nog vrij primitieve wijze is geregeld waardoor veel
kostbare tijd verloren gaat. Het type vlg., dat S. voor onderwerpelijk doel
wil gebruiken, is in de drie- of meerzitter met ra.tf. wisselverkeer.
C.A.J. III geeft onder C.A.Board Notes een verslag van proeven, gehouden
met een autogiro. Hoewel het toestel in menig opzicht voldeed, zijn de
prceven niet met volledig succes bekroond. Een groot nadeel bleek het
geringe draagvermogen van 325 kg waardoor het toestel met een beman
ning van 2 personen niet langer dan 2 uur in de lucht kan blijven, hetgeen
voor art.wg. te weinig werd geacht. De commissie beval verdere ontwikkeling
van het toestel aan alsmede vergelijkende proeven met een gewoon vliegtuig
met geringe snelheid, aan- en uitloop.
V erbinding dienst.
In A.R. 7 geeft luit. Schiibeler een Beispiel für den Einsatz eines Abtei-
lungsnachrichtenzuges im Angriff. Niettegenstaande ruime organisatie en
uitrusting loopt als een roode draad door het geheele voorbeeld het streven
naar groote zuinigheid met personeel en materieel en het steeds achterhouden
cf opnieuw vormen van een behoorlijke personeel- en materieelreserve.
Luchtdoelartillerie.
In Anti-aircraft „lay-outs" for the defence of vulnerable areas (J.R.A. Ill)
komt kol. Shiilstone m.b.t. de ostl. van de hulporganen van ld.art. van 7,5 cm
voor objectvdd. tot de volgende conclusies