985 heroriëntatie in vollen gang was nog onderhandelingen met Engeland en Frankrijk werden aangegaan, was niet zoo merkwaardig. Kennelijk moeten de onderhandelingen met Duitschland toen reeds in gang zijn geweest. Engeland en Frankrijk werden danig aan het lijntje gehouden op elke gedane concessie volgden nieuwe eischen en zoo dreven zij den prijs op, dien Berlijn aan Moskou had te betalen. Zoo steeg het prestige der Russen mèt hun winst en dat deze niet gering is, blijkt thans wel uit het verloop van de demarcatielijn tusschen de Duitsche en Russische troepen in Polen PissaNarewWeichselSan (ongeveer van Warschau naar het N.O. en het Z.). Zal men later kunnen zeggen, dat Duitschland met Rusland het paard van Troje heeft binnengehaald Aanvankelijk was het niet duidelijk, wat het Duitsch-Russische non agressiepact beoogde de eerste gedachte was, de handen in het W. vrij maken voor optreden in het O. Blijkbaar vermoedde men dit ook in Japan waar geruchten over een soortgelijke Russisch-Japansche overeenkomst werden tegengesproken. Een andere merkwaardiger tegenspraak volgde hardnekkig ontkenden de Russen een hun toegeschreven éclatant succes in Mongolië. Toen liet de Russisch-Japansche wapenstilstand niet lang meer op zich wachten 16 September kwam men te Moskou alweer Moskou tot overeenstemming17 September trokken de Russen Polen binnen. Twee tegenstellingen schijnen te zijn weggevallen in Oost-Azië de Rus sisch-Japansche, in Oost-Europa de Russisch-Duitsche of zoo men wil de Grootslavisch-Grootduitsche. Zal dit blijvend zijn Het is in deze tijden wel zeer riskant voorspellingen te doen. Toch valt de duurzaamheid der nieuwe verhoudingen te betwijfelen de vraag is slechts, hoe lang zij stand zullen houden, wanneer zij zullen bezwijken onder den drang van belan gentegenstellingen die, althans v.w.b. Europa, welhaast zoo oud zijn als de geschiedenis. Men sla er slechts op na, wat Hitler in Mein Kampf heeft geschreven over den Kolonialkrieg mèt Rusland tegen Engeland en den Bodenkrieg met Engeland tégen Rusland. Door opportunisme moge dit thans grauwe theorie schijnen, eens zal het de harde practijk zijn. Steeds en overal zal Groot-Duitschland als voorheen in O. en Z.O. Europa den Rus, die naar het W. en Z.W. wil, op zijn weg vinden. Of dit thans reeds het geval is Afgaande op de vele berichten over Donau- en Balkanbonden onder bescherming van Italië en Rusland zou men dien indruk wel krijgen. Doch een ding zie men vooral in tijden als deze niet over het hoofd de mensch is al te zeer geneigd, te denken wat hij hoopt. Gaan er anderzijds niet reeds stemmen op, die Duitschers en Russen door Voor-Azië schouder aan schouder zien optrekken tegen India, een der pilaren van het Britsche Imperium. En dan nog wat is in al die berichten waarheid, en tot waar reikt de hand der propaganda-bureaux Wenden wij thans den blik naar de andere zijde. Zij die tot op het laatst meenden behoorde tot hen ook Hitier dat geen oorlog zou uitbreken, werden veelal uitgekreten voor optimisten. Waren het echter geen ultra pessimisten door hun verwachting, dat Engeland en Frankrijk ook nu weer niet zouden ingrijpen of op het laatste oogenblik zouden terugkrab belen Na al wat sedert München is geschied, zou zulks den genadeslag hebben gegeven aan het Britsche prestige. Dit moest tot eiken prijs worden voorkomen, zoo heet het. Het klink idealistisch, doch is dit de volle waar heid Is de inzet voor Engeland inderdaad slechts Polen Of gaat het om het verzekeren van het voortbestaan van het Britsche wereldrijk, tegen de groeiende opkomende macht Een samengaan zou van Duitsche zijde niet uitgesloten zijn geweest, getuige Hitiers vorenaangehaalde theorie en de hem in het reeds verschenen Engelsche Witboek toegeschreven uitlating. Doch zou Engeland dat hebben gewild Ook hier noopt kennis van de geschiedenis tot twijfel steeds stond Engeland tegenover de sterkste con tinentale macht, die veelal zijn heerschappij ter zee bedreigde of daarvoor een bedreiging scheen te zullen worden. Spanje, de Republiek der Zeven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 108