wat men zou kunnen noemen „de automatiek van den tegen aanval (tegenstoot)". Ten slotte zal bij den tegenaanval het initiatief tot het oogen- blik van uitvoering als regel niet bij den betrokken commandant van de reserve-afdeeling, doch bij den naast hoogeren comman dant berusten, daar de actie te veel omvattend is, te diep ingrijpt in het gebruik van de verschillende bij de verdediging betrokken wapensoorten en te zeer afhankelijk is van de berichten omtrent het gevechtsbeeld over een uitgestrekt stellinggedeelte. Het zal de naast hoogere commandant zijn, die de voorbereiding en coördi natie regelthet zal bij den tegenaanval als regel ook deze com mandant zijn, die den tegenaanval doet uitvoeren en zelfs per soonlijk leidt. Wordt vervolgd). 910

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 33