4. GEDACHTEN OVER DE TACTIEK DER LUCHTDOELARTILLERIE (I) door L. C. A. VAN DAM, Kapitein der Artillerie-waarnemer. HOOFDSTUK I1). HET OPTREDEN DER LUCHTSTRIJDKRACHTEN. Teneinde een indruk te verkrijgen van de eischen, welke aan de luchtdoelartillerie moeten worden gesteld, de taak die haar moet worden opgedragen en de wijze waarop zij die taak zal moeten uitvoeren zal allereerst onder de oogen moeten worden gezien hoe de vijandelijke en eventueel ook de eigen luchtstrijd krachten zullen kunnen optreden. De opdrachten, welke luchtstrijdkrachten krijgen uit te voeren boven vijandelijk gebied (zee), kunnen in twee groepen worden gesplitst, nml. verkennings- of verbindingsopdrachten en gevechts opdrachten. Uiteraard kan het voorkomen dat beide soorten opdrachten worden gecombineerd en dus bij één vlucht uitgevoerd. A. Verkennings- en verbindingsopdrachten. Verkenningsopdrachten kunnen worden onderscheiden in tacti sche verkenningen, waarnemingsopdrachten en strategische ver kenningen. De vliegtuigen, welke een tactische verkenningsopdracht hebben, zullen als regel alleen optreden, dus niet in verband met andere vliegtuigen. Zij hebben tot taak het gevecht of onderdeelen van het gevecht der grondtroepen te verkennen en zullen daarbij op betrekkelijk geringe hoogte om de gedachte te bepalen tot 1500 m optreden. Voor deze opdrachten zullen als regel betrek- x) Het in hoofdst. I vermelde is geen handleiding voor de tactiek der luchtstrijdkrachtenhet is daarvoor veel te onvolledig. De bedoeling is slechts, den lezer een indruk te geven van de wijze, waarop de luchtstrijd krachten kunnen optreden, zoodat in een voorkomend geval ongeveer kan worden nagegaan, wat van een vijandelijk vliegtuig te verwachten is en of een eventueele beschieting voldoende kans op succes zal opleveren, terwijl het voorts als basis dient voor de in de volgende hoofdstukken behandelde tactiek van de luchtdoelartillerie. 911

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 34