Het gaat daarbij van het beginsel uit, dat men zijn wapenen zonder bezwaar in een nevenstrook (vak) kan opstellen (114(2)). Dit behoeft in den av. geen verandering in de bevelsverhoudingen te brengen, omdat een opstelling dan van tijdelijken aard is. In de vdd. is dat v.w.b. de mitrn. anders, omdat in gevaarlijke gevechts momenten soms een tactische beslissing moet worden genomen t.a.v. het alsdan af te geven vuur. Daarom moet deze beslissing door den tact. cdt. worden genomen, en dat is de betrokken vak- cdt. Hij is dus de verantwoordelijke persoon (130 (2)die mitsdien ook het bevel moet voeren (136(2)). Ten slotte nog iets over de bestrijding van luchtstrijdkrachten. Het eerste vereischte voor elk onderdeel blijft steeds, dat het zich v.z.v. de tactische toestand zulks toelaat, z.v.m. tegen wg. en vuur uit vlgn. dekt. T.a.v. het gebruik van de beschikbare middelen eischt het voorschrift ook nu weer een groote soepelheid. Geen starre inzet dus, welke gedurende de geheele gevechtshandeling ongewijzigd blijft, maar z.m. steeds aanpassen aan de verschil lende omstandigheden. Hoe kunnen de beschikbare middelen nu worden gebruikt Op het gevechtsveld kan het aanvankelijk gaan om de vk. te beletten; daartoe verspreidt men de sectiën over de te beschermen strook om de vlgn. overal tot de grootst mogelijke hoogte te drijven (172(3), 175). In een later stadium zal het meer gaan om de bescherming van belangrijke onder- deelen. Welke zijn dat Niet in de eerste plaats de copn., want die kunnen veelal goed aan het terrein worden aangepast (in 174(4) worden zij dan ook in de laatste plaats genoemd). Het zijn onderdeelen, welke door hun taak, de aan te nemen formatie en de terreinsomstandigheden, in een bepaald tijdsverloop het kwets baarst zijn (166(2)) en dus in de eerste plaats voor bescherming in aanmerking komen. Dit kunnen bijv. zijn vurende art., een samengesteld vuurorgaan, een bezetting van een heuvel. Kan men een tactisch belangrijk onderdeel aanwijzen, bijv. de afdeeling aan gewezen om de beslissing te brengen (167), dan moet dit onderdeel in de eerste plaats worden beschermd. In vorenstaande beschouwingen zijn slechts enkele punten van het nieuwe voorschrift belicht. Indien zij eenerzijds de bestu deering van de eerste hoof stukken vergemakkelijken en anderzijds aanleiding tot verdere gedachtenwisseling zijn, hebben zij volledig aan haar doel beantwoord. Wij meenen het gevoelen van velen in ons leger te vertolken door de hoop uit te spreken, dat ook de overige hoofdstukken zeer spoedig het licht mogen zien. 941

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 64