practijk sluit deze bepaling moeilijkheden geenszins uithieraan
valt het toe te schrijven, dat slechts bij uitzondering een beroep is
gedaan op artikel 14. Met alle waardeering voor de daaraan ten
grondslag liggende overwegingen van menschelijkheid blijft het
toch een niet te ontkennen feit, dat de verleening aan een oorlog
voerende van doortocht voor gewonden en zieken van zijn strijd
macht en die van zijn tegenpartij zij het, dat laatstbedoelden
moeten worden aangehouden hem van groot voordeel kan zijn
en ook anderszins aanleiding kan geven tot misbruiken (ontlasting
van de verbindingen voorkoming van het in handen der tegen
partij geraken, waarbij niet uit het oog te verliezen, dat een groot
percentage gewonden en zieken na herstel weder aan den strijd
kan deelnemen afschuiven van verplegingsmoeilijkheden op den
neutralen Staat 105)). Tegen deze misbruiken bestaat geen repres
sief doch slechts een preventief correctiemiddelhet weigeren
van den doortocht. Is deze niet tijdig te voren aangevraagd, dan
zal met het nemen van een beslissing omtrent het al dan niet toe
staan daarvan tijd zijn gemoeid, tijd, welke uiterst kostbaar kan
zijn voor het behoud van de levenskansen der gewonden en
zieken. Het zou ideaal zijn indien in dit geval een nadere over
weging achterwege kon blijven doch de ervaringen hebben
helaas aangetoond, dat oorlogvoerenden zich in de hitte van den
strijd ook wat betreft hun handelingen m.b.t. gewonden en zieken
niet steeds uitsluitend laten leiden door het beginsel van humani
teit. Zoo dwingt de harde werkelijkheid er toe, elk verzoek om
doortocht niet aanstonds in te willigen doch eerst terdege te over
wegen. Daarom bepaalde de Nederlandsche Regeering in 1914 in
artikel 5 van de „Regelen omtrent de interneering van oorlog
voerenden en verpleegde gewonden" (bijlage V) dat transporten
gewonden en zieken, waarvoor doortocht werd verzocht, in af
wachting van een beslissing van den opperbevelhebber dienden te
worden aangehouden. Tijdens het beleg van Antwerpen verleende
zij aan de Engelsche regeering verlof, zieken en gewonden met
hospitaalschepen loe) over de Schelde af te voeren hierbij is het
door den onverwacht snellen val van die stad gebleven. Een voor
beeld van weigering gaven de in 19141917 nog onzijdige V.S.A.
door een verzoek om doortocht voor transporten naar hun land
terugkeerende gewonde en zieke Canadeezen niet in te wil
ligen 107) men vergelijke de omstandigheden van de beide ver
melde gevallen.
1001
105) Wijnveldt, blz. 51Fauchille, 14611.
10°) Deze analoge toepassing kon vroeger worden afgeleid uit art. 17 van
de Conventie van Genève van 1906, waarvan de tweede zinsnede tal van
vervoermiddelen opsomde. Het daarmede overeenkomende derde lid van
art. 17 van het thans geldende Verdrag van Genève van 1929 geeft deze
opsomming niet meer doch de nog ruimere omschrijving „alle voor de
evacuatie bepaaldelijk ingerichte transportmiddelen".
107) Oppenheim, 324.