1005 BIJLAGE X. Nederlandsch Staatsblad 1914 No. 666 van 31 December 1914. Wet, houdende straf- en tuchtrechterlijke voorzieningen betreffende de hier te lande geïnterneerde militairen van eene buitenlandsche mogendheid. Wij WILHELMINA, enzdeen te weten Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat straf- en tuchtrechterlijke voorzieningen betreffende hier te lande geïnterneerde militairen van eene buitenlandsche mogendheid wer.schelijk zijn Zoo is het, dat Wij, den Raad van State, enz. Art. 1. Hier te lande geïnterneerde militairen van een buitenlandsche mogendheid worden, met toepassing van de militaire wetten en inachtneming van den door hen bekleeden rang, gelijkgesteld met Nederlandsche militairen a. ten aanzien van door hen begane feiten waartegen is voorzien bij het gemeene recht b. ten aanzien van door hen begane feiten waartegen is voorzien bij de artikelen 84 86, 88 92 en 97 101 van den Vijfden Titel van het Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk hier te lande c. ten aanzien van dcor hen begane feiten waartegen is voorzien bij de Reglementen van Krijgstucht, met dien verstande dat voor militairen beneden den rang van officier de straffen van kwartierarrest, stads arrest of scheepsarrest kunnen worden vervangen door de straf van geheele of gedeeltelijke inhouding van traktement of soldij gedurende een tijdvak van ten hoogste twee maanden en dat laatstbedoelde straf ook nevens andere kan worden opgelegd d. ten aanzien van de feiten waartegen is voorzien bij artikel 3. Naar gelang van de krijgsmacht bij welke of onder welker bewaring zij zich bevinden, worden zij geacht tot de zee- of tot de landmacht te behooren. Door Ons of van Onzentwege door Onze Ministers van Marine en van Oorlog wordt de onderlinge verhouding van Nederlandsche en vreemde militaire rangen bepaald het militair gezag kan echter voor bepaalde geval len, onafhankelijk van die verhouding, meerderheid van rang vestigen. 2. Voor de toepassing van deze wet worden de commandanten van interneeringsdepóts of de door hen aangewezen officieren als de comman- deerende officieren van een korps of van een oorlogsvaartuig aangemerkt. De commandant van een intemeeringsdepot der landmacht bepaalt, welke officieren voor de toepassing van het Reglement van Krijgstucht te lande als de commandeerende officieren eener compagnie, welke als de hoogere officieren van het korps zullen worden aangemerkt. 3. De hier te lande geïnterneerde militair van eene buitenlandsche mogendheid, die opzettelijk in strijd met eene door hem gegeven belofte zich verwijdert of eene door hem gegeven belofte of aangenomen voorwaarde waaronder hem verlof is verleend om zich tijdelijk of voorgoed te ver wijderen, schendt, of die daartoe samenspant, wordt gestraft met militaire gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren. De in het voorgaande lid omschreven misdrijven zijn strafbaar, ook indien zij buiten het Rijk in Europa zijn begaan. Artikel 80 van het Wetboek van Strafrecht is ten deze van toepassing. 4. Voor de toepassing van deze wet worden onder hier te lande geïn terneerde militairen van eene buitenlandsche mogendheid begrepen de zoodanige die op eerewoord of onder belofte of voorwaarde zijn vrijgelaten. 5. Deze wet treedt in werking op den dag harer afkondiging. Lasten en bevelen, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 18