object, zal de sectie eerst tot vuren kunnen komen als de vlieg tuigen reeds boven het object zijn, dus hun bommen reeds hebben afgeworpen. De eenige juiste opstelling voor dit geval is midden in het object, zooals dan ook gebeurt met de secties bestemd voor de verdediging van de luchtdoelbatterijen. Is geen 2 cm geschut beschikbaar, doch wordt slechts over luchtdoelmitrailleurs beschikt, dan wordt deze eisch nog meer dringend wegens den geringeren schootsafstand dezer wapens. Is de sectie bestemd voor verdediging van bijv. een kustbatterij dan zou het aanbeveling verdienen de sectie op te stellen buiten de spreiding van het op de batterij gerichte geschutvuur. Echter zal de juiste plaats van een kustbatterij bij den vijand al spoedig vrij goed bekend zijn met als gevolg dat vliegtuigaanvallen in scheervlucht uit verschillende richtingen kunnen worden ver wacht, zoodat ook hier, om reeds genoemde redenen, de eenige juiste opstellingsplaats zal zijn midden in de batterij (hierbij dus het nadeel van deze opstellingsplaats aanvaardende). Uit hoofdstuk I moge zijn gebleken dat de meest waarschijnlijke aanval op een klein object als een kustbatterij zal zijn de aanval in duikvlucht, wegens de daarbij optredende grootere trefkans. Na het voorgaande volgt hier uit, dat de beste luchtverdediging is die met een batterij licht 4 cm luchtdoelgeschut. Desnoods zou kunnen worden volstaan met 2 cm luchtdoelgeschut, doch indeeling van slechts 1 sectie luchtdoelmitrailleurs moet, wegens den geringen werkzamen schootsafstand, als geheel onvoldoende worden beschouwd. E. Geschut in vaste opstellingen of verplaatsbaar geschut. Nu dus de opstellingen van de luchtdoelbatterijen onder de oogen zijn gezien, kan zich de vraag voordoen of gebruik moet worden gemaakt van geschut in vaste opstellingen dan wel van mobiel, of althans verplaatsbaar geschut. We mogen wel aannemen dat bij de luchtverdediging van vaste objecten de opstellingsplaat sen van de organen der luchtverdediging batterijen, zoeklichten ook bij den vijand min of meer goed bekend zullen zijn. Vormt deze luchtverdediging voor den vijand inderdaad een ernstige bedreiging, dan zal hij waarschijnlijk beginnen met te trachten deze organen der luchtverdediging door middel van bomaanvallen onschadelijk te maken. Nu zijn bomaanvallen op dergelijke kleine doelen moeilijke ondernemingen, welke weinig kans op succes opleveren, en welke het best kunnen worden uitgevoerd door bomaanvallen in duikvlucht of in scheervlucht. Het zal dus als regel vrij lang duren, voor een batterij het zwijgen zal zijn opge legd, maar toch kunnen dergelijke aanvallen, bij voortduring uit gevoerd, op den duur den toestand in een batterij onhoudbaar maken. In zoodanig geval is het dus zeer gewenscht dat de batterij (het zoeklicht) zonder veel moeite kan worden verplaatst naar 1029

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 42