en bij een andere het personeel der lichte batterijen wordt inge
deeld bij zeer groote sterkte zouden dit zelfs drie compagnieën
moeten worden. Mede is dit gewenscht wegens het groote verschil
in materieel tusschen de verschillende soorten batterijen.
Waar hierboven werd gesproken over vuuropening, werd
bedoeld de vuuropening „in oorlogstijd". Hoewel bij het uitbreken
van een conflict het eerste schot waarschijnlijk wel door de lucht
doelartillerie zal worden afgegeven, spreekt het vanzelf dat hier
toe slechts last mag worden gegeven door den hoogsten gezagheb
bende.
G. Het gebruik van luchtdoelzoeklichten.
In het voorgaande werd uitsluitend het optreden der luchtdoel
artillerie overdag in beschouwing genomen. Hoewel het optreden
's nachts in beginsel hetzelfde is, zijn er toch enkele verschil
punten, welke een bespreking noodzakelijk maken.
We hebben gezien, dat overdag de vuuropening wordt bepaald
door den afstand waarop het doel voor het eerst door het personeel
in de batterij wordt waargenomen, 's Nachts is dit het punt waarop
het doel voor het eerst door een of meer zoeklichten wordt be
schenen. De opstelling der zoeklichten moet dus aan zeer speciale
eischen voldoen, willen de batterijen tijdig tot vuren kunnen
komen.
Zooals we zagen wordt overdag een op 3000 m hoogte aan
vliegend doel eerst op 7,5 km horizontalen afstand gezien,
een op 5000 m hoogte aanvliegend doel eerst op ongeveer 6,5 km.
Bij nacht zal de eerste verlichting van het doel dus op zijn laatst
op dezen afstand moeten geschieden.
In de practijk blijkt, dat bij normale weersomstandigheden
een door zoeklichten verlicht doel dikwijls reeds op 20 km afstand
van de batterij kan worden waargenomen, zoodat er bij nacht
dikwijls veel meer tijd beschikbaar is voor het richten, en de
vuuropening dus veel eerder kan plaats hebben dan overdag, met
als gevolg dat het doel langer kan worden beschoten voor het den
afwerpkring is genaderd. Hierin schuilt echter een gevaar, nml.
dat de batterijen worden verleid het vuur te vroeg te openen,
waardoor, tengevolge van de groote spreiding op de grootere
schootsafstanden een groote en ontoelaatbare hoeveelheid munitie
zou worden verbruikt.
Bij de zoeklichten moet onderscheid worden gemaakt tusschen
verkennende en vervolgende zoeklichten, waarvan de taak reeds
uit den naam blijkt. Een verkennend zoeklicht moet zijn uitgerust
met een luistertoestel, hetwelk heel- of halfautomatisch dan wel
in het geheel niet op het zoeklicht is aangesloten. Nu kunnen we
eenige aannamen doen, bijv. dat een doel op zijn laatst op
7,5 km afstand van het luistertoestel voor het eerst wordt gehoord
inluistergrensen dat het na overbrengen van de gecorrigeerde
1031