minstens twee aan twee moeten overlappen, zoodat bij plotseling
uitvallen van een zoeklicht, het doel niet onverlicht zou blijven.
In fig. 15 is de afwerpkring geteekend voor den aanval op
5000 km hoogte voorts zijn aangegeven de opstellingsplaatsen en
de schootsvelden der middelbare batterijen volgens fig. 4 (getrok
ken cirkels), benevens de opstellingsplaatsen en werkingssferen
van den buitensten kring vervolgende zoeklichten (gestippelde cir
kels). We zien dat voor dit object reeds twee maal zooveel zoek
lichten als batterijen noodig zijn om de grens van eerste verlich
ting van de vervolgende zoeklichten voldoende ver vooruit te leg
gen een aaneengesloten lichtvlak is nog geenszins verkregen, ter
wijl van een overlapping twee aan twee van de werkingssferen
geen sprake is bij uitvallen van een zoeklicht zou er een niet ver
lichte toegangsweg ontstaan. Het aantal in fig. 15 geteekende zoek
lichten is dus zelfs voor den buitenkring alleen al onvoldoende.
Eerst wanneer we een tweeden kring van bijv. 4 vervolgende zoek
lichten zouden teekenen ongeveer op den afwerpkring, zou de toe
stand meer bevredigend worden, waardoor we reeds tot 3 vervol
gende zoeklichten per batterij zijn gekomen. Voegen we hier nog
bij de in fig. 15 niet geteekende verkennende zoeklichten, waarvan
er ongeveer 10 a 12 noodig zullen zijn, dan wordt het duidelijk dat
men in het buitenland 6 zoeklichten per batterij eischt.
Valt het doel op geringe hoogte aan, dan verplaatst de kritische
zone zich naar het object toe, zoodat de toestand gunstiger wordt,
maar uit het bovenstaande blijkt wel dat voor den aanval op
5000 m hoogte de buitenste zoeklichten minstens op de hier ge
noemde afstanden van het object moeten staan.
Ten behoeve van de bevelvoering worden als regel 3 a 4 zoek
lichten vereenigd tot een sectie. In een sectie bevinden zich bij
voorkeur 1 verkennend en voorts vervolgende zoeklichten. De
plaats van den sectie-commandant is bij het verkennende zoek
licht hij regelt het openen en sluiten, alsmede het overnemen
van een doel door de andere zoeklichten, en is daarom telefonisch
met de zoeklichten van zijn sectie verbonden. Bovendien moet
hij twee telefoonverbindingen hebben met den commandant lucht
verdediging, nml. een voor alarmeering en een voor berichten-
wisseling.
Aan het slot van deze bespreking van de zoeklichten moge nog
met een enkel woord worden gewezen op de waarde van de
zoeklichten als passief verdedigingsmiddel. Het spreekt van zelf
dat de bestuurders van de aanvallende vliegtuigen veel last zullen
hebben van de op hen gerichte zoeklichtbundels, doch hieraan
zal dikwijls nog wel zijn te ontkomen, bijv. door het gebruik van
blindvliegkappen en inschakeling van automatische besturing.
Meer last echter zullen de waarnemers hebben, nml. wanneer
de zoeklichten recht in de objectieven van de bommenrichtkijkers
schijnen, en hieraan is, voor zoover ons bekend, niet te ontkomen
1034