9. De Jap. militairen werken bij hun plannen en de uitvoering
daarvan gaarne naar voorbeelden. Komt er een kink in den
kabel omdat bijv. de vijand iets anders doet, dan men had
verwacht dan zit men meermalen met de handen in het
haar. Indien de Chineezen ook maar eenig initiatief hadden
getoond en tot den tegenaanval waren overgegaan hadden zij
bij Shanghai en in vele andere gevallen stellig succes geboekt.
10. Er bestaat groote naijver tusschen Leger en Marine in
Japan deze naijver ziet men ook tusschen hoogere comman
danten van het leger. E.e.a. deed zich zelfs te velde in
China voor.
11. De discipline doet in onze oogen vreemd aan. Ondergeschikte
cdtn. hebben vaak een stem in het kapittelde invloed van
bepaalde groepen officieren op reeds genomen ministerieele
beslissingen is soms merkwaardig.
12. In China verving de Jap. luchtmacht de zware artillerie
laatstgenoemd wapen mankeerde, waartoe de terreingesteld
heid bijdroeg. De uitwerking vooral de moreele van
het voortdurend optreden van vliegtuigen tegen de terug
wijkende Chineezen, was zeer grootna de nederlaag bij
Shanghai heeft het Chineesche opperbevel tevergeefs getracht
de Chineezen in de talrijke stellingen O. van Nanking stand
te doen houden.
13. Door omkoopen van Chineesche aanvoerders hebben de
Japanners in verschillende gevallen met weinig verliezen veel
weten te bereiken.
14. Bombardementsvliegtuigen moeten bij hun optreden tegen diep
in het binnenland gelegen doelen steeds door jagers worden
beveiligd.
15. Een belangrijk punt is, of een troep modern artillerievuur
kan verdragen. Bij Changkufeng (het incident met Rusland)
zouden de Jap. troepen hebben getoond een voldoend hoog
moreel daarvoor te bezitten.
16. De Japanners hebben zich bij hun luchtaanvallen welke
zich aanvankelijk vooral tegen de Chin, vliegvelden richtten
vooral in den aanvang vaak laten misleiden door schijn-
vliegterreinen en schijnvliegtuigen. Ingelicht door spionnen
staakten zij later deze nuttelooze bombardementen. Hun bom
bardementen richtten zich voorts op waterleiding- en ver
lichtinginstallaties.
De lezing, welke door rond 200 leden werd bijgewoond, werd
omstreeks 9.30 u. nam. na een woord van hulde en dank aan den
spreker door den voorzitter onder applaus beëindigd.
1040