De Groningsche school heeft hiervan een overzichtelijke indeeling
gegeven (publicaties Van Lienden), n.l. volgens de groepeering
van 3 hoofdeigenschappen
primaire of secundaire functie (P. of S.) 1
al of niet emotioneel (E. of NE.)
al of niet actief (A. of NA.), met de 8 combinaties
E.S.A. (gepassionneerd)E.S.NA. (sentimenteel),
E.P.A. (cholerisch), E.P.NA. (nerveus),
NE.S.A. (phlegmatisch)NE.S.NA. (apathisch),
NE.P.A. (sanguinisch), NE.P.NA. (amorph),
waarin de actieve typen de voorkeur hebben op de N.A., de secun
daire functies op de P., de E. in het algemeen op de N.E. en de
4 linksche groepen op de 4 rechtsche.
Doch het is een schema, waaruit o.a. niet blijkt dat er geen
twee menschen zijn met volkomen gelijk temperament, dat com
binaties mogelijk zijn (een phlegmatiker kan op een bepaald
gebied even emotioneel zijn als de gepassionneerde)dat er
vloeiende overgangen bestaan, en vooral dat de componenten aan
veranderingen onderhevig zijn, afhankelijk van meerdere ontwik
keling, toename der ervaring e.a.
Een temperament leeft, een schema is dood. Speciaal geeft dit
schema niet weer welke kerneigenschappen of neigingen ieder
individu heeft. En juist die zijn voor de opvoeding van belang.
Zonder ons te verdiepen in de zeer moeilijke kwestie, welke
eigenschappen aangeboren zijn en welke in tegenstelling daarmede
het gevolg zijn van opvoeding te meer gecompliceerd omdat
erfelijkheid en opvoeding meestal denzelfden positieven of nega
tieven invloed zullen uitoefenen, omdat men gewoonlijk wordt
opgevoed door degenen van wie ook „geërfd" wordt staat het
navolgende toch wel vast
Iemands intellectueele en moreele aanleg zullen in hoofdzaak
aangeboren eigenschappen zijn, de bijzonderheden en de hoogte,
waartoe deze gegeven aanleg zich kan ontwikkelen, worden door
de opvoeding bepaald (Jelgersma). Wat aangeboren is, kan door
de beste opvoeding niet uitgewischt worden doch alles, ook de
in aanleg goede eigenschappen, kunnen verder worden ontwikkeld,
goede gewoonten kunnen aangeleerd, terwijl de in aanleg slechte
eigenschappen kunnen worden geremd.
Het nut van ontwikkeling en opvoeding spreekt voor zich zelf,
is gemakkelijker aan te voelen dan te beschrijven. Doch omdat
de mensch gemakkelijker vervalt tot het kwade dan tot het goede,
moet de ontwikkeling van de goede karaktereigenschappen
1) Primaire psychische functies zijn meer de verstandelijke reacties uit
het bewuste, secundaire meer die uit het onbewuste, dieper overlegd, meer
gecombineerd. De P.-functie reageert sneller doch minder overlegd, de S.
omgekeerd.
1044