Psychiatrie" (1917) waarschuwt tegen hetzelfde euvel intellec-
tueele overlading met een absoluut of relatief gebrek aan opvoe
dende waarde.
Ook van militaire zijde is van oudsher de waarde van
opvoeding betoogd. In de eerste plaats in de reglementen en
voorschriften, o.a. in het reeds genoemde V.O.I, en in het boekje
„Over Militaire Opvoeding" (M.O.), uitgegeven op last van den
Legercommandant (1919). Voorts in artikelen in I.M.T. en
en N.I.O.V.-orgaan. Voor een opsomming wordt verwezen naar
achterstaande literatuurlijst.
Speciaal moge de aandacht worden gevestigd op het artikel van
den toenmaligen majoor der Inf. R. Posthumus „Gewijzigde in
zichten inzake de wederzijdsche verhouding van minderen en
meerderen in het leger", afgedrukt in het N.I.O.V.-orgaan van
1932, blz. 325 e. v. Geeft het M.O. een algemeen overzicht en
aanwijzingen, P. belicht den invloed van den modernen tijdgeest
op het individu en op de discipline. De lezing, de bestudeering
van beide geschriften kan ten zeerste worden aanbevolen hun
inhoud verdient tot het geestelijk bezit van ieder officier te
behooren.
Het W.J. 1932 van de I.K.V. doet uitkomen (blz. 151 t/m
155) welk een waarde tegenwoordig in vrijwel alle legers aan
de opvoeding van den soldaat wordt toegekend. Daar lezen wij
de markante uitspraak van wijlen Foch
Juist nu techniek, mechanisatie en motoriseering zoo'n ontzag
lijke vlucht nemen en de waarde van den soldaat als mensch
onwillekeurig teruggedrongen dreigt te worden, is het goed zich
steeds weer voor oogen te stellen dat het de mensch is die de
machines doet leven, dat juist de moderne oorlog zoo ontzaglijk
veel vergt van den soldaat als mensch, van zijn zenuwstelsel, van
zijn geest en zijn karakter. Reeds in den wereldoorlog bleek dat
stoornissen in de normale functie van het geestesleven in toe
nemende mate optraden, in veel grooteren getale dan in vroegere
oorlogen. Het zijn de neurasthenie (werkelijke uitputting van
het zenuwstelsel) en de neurosen („ingebeelde ziekten"), spe
ciaal de hysterie (vnl. gekenmerkt door ziekelijke wilszwakte en
zich ziekelijk uitleven in wenschen) en het aggraveeren („over
drijven" vnl. op hysterischen bodemsimuleeren dwz. bewust
de waarheid te kort doen, kwam zelden voor en dan vnl. bij
verkapte imbecielen). De „neurosen" hebben, voor wat herstel
met volledige geschiktheid voor den d.t.v., een slechte prognose.
De wereldoorlog was nog niet „modern". Hoe modern het
Japansche leger ook is, zijn strijdtechniek schijnt nog niet te
1046
„Oorlog is verdeeling der moreele krachten".
„Overwinning is de moreele meerderheid van den ovei-winnaar en
moreele minderheid van den overwonnene".
„Slag is strijd tusschen twee wilsuitingen".