toegepast. Het vreesaanjagend effect verzwakt dan wie meent
alleen door het inboezemen van vrees te kunnen „regeeren", is
een slecht menschenkenner.
Er is nog een algemeen menschelijke eigenschap, welke vooral
de meerdere zich dient te realiseeren. Het is de afkeer van regel-
matigen arbeid, waarin altijd de factor dwang is gelegen. Regel
maat, stiptheid, voortdurende dwang staan iedereen van nature
tegen. Het is prettig, des te meer naarmate men zich ingespannen
heeft, eens ongedwongen te werk te kunnen gaan, eens te doen
wat men zelf wil, in het volle besef van vrijheid. Vrijheid streelt
het gevoel van eigenwaarde, dwang doet den mensch zijn afhan
kelijkheid en ondergeschiktheid voelen, wekt de neiging tot
verzet, tot psychische conflicten. Kortom, militaire tucht is van
nature onpsychologisch. Om dezen natuurlijken tegenzin te over
winnen, liefst te doen veranderen in voorkeur, is het noodzakelijk
behalve het scheppen van een klaar inzicht in het wezen van
de tucht de andere natuurlijke neigingen te mobiliseeren. Dat
zijn de reeds vermelde, de wensch wat te zijn, de eerzucht, het
eigenbelang, de ijdelheid, de wensch vooruit te komen, de
geneigdheid tot dienen, en de edelere gevoelens als dankbaarheid,
plichtsbesef e.a.
Al deze neigingen zijn sterk voor beïnvloeding vatbaar, zoo
wel in negatieven als in positieven zin. Want hoe gemakkelijk de
mensch ook tot het kwade neigt, hij voelt het betrachten van
het goede aan als meer verheffend, psychisch gezonder. Deze
beïnvloeding kan zoo ver gaan, dat de van nature van krijgstucht
afkeerige daarin versterkt door verkeerde Voorlichting en
gebrek aan inzicht1) blijvend verandert in een voorstander.
Doch een onontbeerlijke voorwaarde is inzicht. Vrijwel geen
enkele niet-militair bezit dit inzicht. Elk jong soldaat moet dit
derhalve terdege worden bijgebracht. Wijl dit o.i. een kwestie
van fundamenteel belang is, dient hierop nader te worden
ingegaan-). (Wordt vervolgd)
1050
1) Een voorbeeld hiervan is o.i. het standpunt van den doorsnee Nederlan
der tegenover „Das Militar", niet bepaald anti-militaristisch, doch evenmin
een voorstander, zich uitend in„Ja, maar dat soldaatjespelen" Ontstaat
dit standpunt niet op school, alwaar de algemeene geschiedenis leert dat
een leger in vroegere tijden een huurleger was, dikwijls nauw verwant aan
een bende plunderaars en moordenaars Voor geleerd wordt dat een leger
thans een onmisbaar orgaan is en dat de defensieve taak van hoogwaardig
karakter is, is een groot deel der leerlingen reeds van school af het andere
deel behoudt gedeeltelijk den eersten indruk gesteld tegenover hoog
staande zeehelden als De Ruyter en wordt geen of hoegenaamd geen inzicht
bijgebracht in het wezen van tucht en zelftucht en in het feit dat de juiste
vorming tot soldaat een mooie combinatie is van het ontwikkelen van het
physiek en het karakter. Ontwikkelden, het wezen van de militaire tucht
vernemend, reageeren dikwijls spontaan met „zoo heb ik het nooit geweten".
2) De aangelegenheid „het wezen van de tucht" is zeer de moeite waard
van vele zijden belicht te worden mogelijk kan het navolgende daartoe een
inleiding vormen.