7. CHINA. (Van onzen Correspondent). (met een schets). Het ingrijpen van Rusland in de westersche politiek door de bezetting van een groot deel van Polen, door de aan de Baltische staatjes opgedrongen verdragen en door de inmenging in de Bal kanaangelegenheden behoeft nog niet degenen, die van mee ning waren, dat de Russische politiek geheel op het Oosten Siberië is georiënteerd (zie de correspondentie in de 10e afleve ring van dit tijdschrift) in het ongelijk te stellen. De Duitsche „Drang nach Osten" een rechtstreeksche bedreiging voor Rusland welke een begin van uitvoering vond in den oorlog tegen Polen, dwong Stalin tot tegenmaatregelen. Daarin is hij geslaagd en het gevaar voor de Oekraïne en voor het doordringen der Duitschers naar de Zwarte Zee is voorloopig afgewend. Uit het gebeuren in Europa echter af te leiden, dat nu de Russen hun politiek in het Verre Oosten zullen wijzigen, lijkt ons onge motiveerd. China, Japan en Rusland zijn de drie mogendheden, die in Oost- Azië de hoofdrollen vervullen, Groot-Brittannië en de Vereenigde Staten treden in de bijrollen op. Tot nu toe heeft Rusland door de concentratie van een zeer aanzienlijke troepenmacht waarvan de sterkte algemeen op ten minste 400.000 man wordt geschat een groote bedreiging gevormd voor de Japanners, die zich daardoor gedwongen achtten een leger van naar schatting 13 divisies ongeveer 300.000 man in ManChurije voortdurend gevechtsbereid te houden. Indirect heeft Rusland daardoor aan China een belangrijken dienst bewe zen. Maar Rusland ging verder. Het heeft aan China gedurende de 2 jaar strijdens ook rijkelijk steun verleend met oorlogsmate riaal. Wat zal Rusland, nu het zich plotseling ten volle in de Europeesche politiek heeft gestort, thans in het Oosten doen De politiek, welke Rusland tot heden in Oost-Azië heeft gevolgd, is vrij duidelijk. Er bestaat een groot belangenconflict tusschen Rusland en Japan, een conflict, hetwelk op een oorlog moet uitloopen, zoodra Japan zich daartoe sterk genoeg gevoelt. Rusland gevoelde zich voelt zich misschien nog niet sterk genoeg in Oost-Azië voor een oorlog tegen Japan van langeren duur. Hoewel de spoorverbinding met het westen veel is verbeterd door verdubbeling van de Siberische baan en van de wellicht thans geheel voltooide tweede baan noord van het Baikal-meer naar den Pacific, kan de verbinding van het Oost-Siberische leger 1051

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 64