band bestaat 8(i)Anders wordt dit, wanneer slechts een kort ver lof wordt verleend wegens zeer bijzondere redenen, bijv. familie omstandigheden hiertoe ging Nederland in de vaker genoemde jaren meermalen over, ook t.a.v. van militairen beneden den rang van officier 84) Artikel 12. Bij gebreke van een bijzondere overeenkomst ver schaft de onzijdige Mogendheid aan de geïnterneerden de levens middelen, de kleeding en de hulp door de menschlievendheid geboden. Bij den vrede worden de door de interneering veroorzaakte kosten vergoed. De eerste zinsnede van dit artikel kan men met Wijnveldt over bodig achten z.i. vloeit de onderhoudsplicht noodzakelijkerwijs voort uit de toelating 87)Toegegeven moet worden, dat de ver houding van onzijdige Staten tot de door hen geïnterneerden uiter aard minder scherp zal zijn dan die van oorlogvoerende Staten tot hun krijgsgevangenen, zoodat t.a.v. eerstgenoemde Staten de imperiatieve voorschriften van artikelen 11 en 12 van het Verdrag van 1929 betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, althans naar de ervaringen te oordeelen, kunnen worden ontbeerd. T.a.v. de tweede zinsnede merken wij op, dat het meerendeel der deskundigen het er over eens is, dat onder de door de interneering veroorzaakte kosten zoowel de direct (levensonder houd) als indirect (ontwapening en onderhoud van het materieel vervoer huisvesting, bewaking) daaruit voortvloeiende uitgaven zijn te verstaan en dat deze dienen te worden vergoed door den Staat, waartoe de geïnterneerden behooren S7) Behalve met de bepalingen in het L.O.V. dient m.b.t. geïnter neerden nog rekening te worden gehouden met art. 14 H.R., waar van de aanhef luidt „Dadelijk bij den aanvang der vijandelijkheden wordt in ieder der oorlogvoerende Staten en in de onzijdige landenbijaldien deze oorlogvoerenden op hun gebied mochten hebben toegelaten, een Bureau van Inlichtingen nopens de krijgsgevangenen ingesteld". 993 Nederland interneerde in de jaren 1914—1918 33.507 Belgen (inter- neeringskamp te Soesterberg), 1859 Duitschers (Bergen), 1719 Engel sehen enz. (Groningen), 8 Franschen, 6 Oostenrijkers en 4 Amerikanen. Hiervan kwamen na den val van Antwerpen in begin October 1914 ruim 33.000 Belgen en 1500 Engelschen over de grens, terwijl de Duitschers in hoofdzaak tegen het eind van den oorlog werden geïn terneerd. Na afloop daarvan vergoedden België, Engeland en Duitsch- land bedragen van onderscheidenlijk ruim 46 mm., ruim 3 mm. en ruim 1 mm. s') Wijnveldt, blz. 67 hier worden inzake de tweede zinsnede van art. 11 enkele afwijkende meeningen weergegeven. Zie dienaangaande ook nog Somlo Walz, blz. 78. ra) Frangois blz. 496 en 500.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 6