9. OPRICHTING VAN EEN LEGIOEN VAN PAKOE ALAM.
Het aantal thans aanwezige niet tot het leger behoorende,
doch ten laste van de oorlogsbegrooting in stand gehouden
gewapende Inlandsche korpsen, t.w.
a. het legioen van Mangkoe Nagoro te Soerakarta,
b. de korpsen Barisan op Madoera en
c. de korpsen Prajoda op Bali,
zal per 1 April 1940 worden uitgebreid, n.l. met
d. het legioen van Pakoe Alam te Jogjakarta.
Het Legioen van Pakoe Alam heeft reeds eerder bestaan. Het
werd het eerst opgericht tijdens het Engelsche tusschenbestuur
in deze gewesten, n.l. op 17 Maart 1813. De toenmaals bij con
tract vastgestelde troepensterkte was slechts gering. Zij heeft
sedert herhaalde malen wijziging ondergaan, tot in 1892 (G.B.
van 27 Augustus van dat jaar) opheffing volgde.
Voormelde Inlandsche korpsen zijn ter beschikking van het
Nederlandsch-Indische Gouvernement en staan zoolang zij niet
mobiel zijn verklaard (bijv. bij mobilisatie) onder toezicht
van den betrokken Gouverneur (den Resident van Bali), die
v.z.v. noodig overleg pleegt met den Legercommandant.
Officieren, kader en manschappen zijn allen van Inheemsehen
landaard, m.d.v. dat voor de leiding, oefening en administratie
eenig personeel van het leger beschikbaar wordt gesteld.
De officieren en het kader worden bij het korps opgeleid. Er
bestaat gelegenheid om zoowel een lang verband als een kort
verband bij de korpsen aan te gaan ook kort verband personeel
kan tot kader worden opgeleid.
De korpsen zijn bestemd voor handhaving van orde en rust,
indien de gewone middelen te kort schieten, en voorts voor steun
aan het leger ingeval van oorlog in normale tijden kunnen zij
worden belast met bewakings- en transportdiensten.
Ten deele worden zij voorzien van automatische en andere
bijzondere infanteriewapenen. Voorts wordt voor de vervulling
van tal van functies, in het gemobiliseerde leger, welke geen
langdurige oefening vereischen uit deze korpsen geput. Aldus
wordt van deze korpsen een zoo nuttig mogelijk gebruik voor de
weermacht gemaakt.
De tot het Legioen van Pakoe Alam behoorende militairen
dragen op den kraag een monogram PA, op overeenkomstige
wijze als bij de andere buiten het leger staande korpsen is voor
geschreven.
1060