10. ALGEMEENE VERGADERING VAN DE VEREENIGING
VAN RESERVE-OFFICIEREN VAN HET KONINKLIJK
NEDERLANDSCH-INDISCHE LEGER.
Op 1 October jl. had te Batavia in de Militaire Sociëteit Con
cordia het openbare gedeelte van de 4e Algemeene Vergadering
van de Vereeniging van Reserve-Officieren van het Koninklijk
Nederlandsch-IndLsche Leger plaats, welke o.m. werd bijgewoond
door Generaal-Majoor J. J. Pesman, commandant der Ie Divisie.
De jaarrede, uitgesproken door den Voorzitter der Vereeniging,
Reserve-Kapitein der Genie J. J. Jiskoot, stond in het bijzonder
in het teeken van verhooging van de geschiktheid van de reserve
officieren voor de belangrijke taak, welke voor hen in het Leger
is weggelegd. Groote waardeering werd uitgesproken voor het
geen door het Legerbestuur werd verricht ter vermeerdering van
de geoefendheid. De slotwoorden, waarin den reserve-officieren
werd gewezen op hun plicht om bereid te zijn, hetgeen insluit
den eisch om ook voorbereid hunne taak tegemoet te gaan, geven
duidelijk de hoofdstrekking van de rede aan.
Na deze rede van den Voorzitter volgde een belangwekkende,
goed gedocumenteerde, voordracht van den Luitenant-Kolonel
der Infanterie C. G. Toorop over de beteekenis en de taak van de
Reserve-Officieren in het Koninklijk Nederlandsch-Indische
Leger. In deze voordracht werd, mede aan de hand van het
geen in Nederland en in het buitenland op dit punt valt te ver
melden, duidelijk uiteengezet welke voorname rol de reserve
officieren in ons Leger spelen, zooals onder meer blijkt uit het
groote aantal reserve-officieren, in verhouding tot dat der be
roepsofficieren, dat bij het Leger is ingedeeld. Behandeld werden
voorts de regeling van de opleiding en de oefening en wat nog
terzake zou kunnen worden gedaan om de waarde van opleiding en
oefening te verhoogen, waarbij ook aan krachtige medewerking
van de reserve-officieren zelve een voorname plaats dient te wor
den ingeruimd. In het bijzonder werd er de aandacht op gevestigd,
dat de opleiding en de oefening bij uitstek op een practisch uit
voeren dienen te zijn ingesteld, alsmede op de noodzakelijkheid om
de oefeningen in de hoogste mate vruchtdragend te doen zijn. De
met vuur en overtuiging voorgedragen rede werd door alle aan
wezigen met groote aandacht aangehoord, hetgeen ook bleek uit
het ruime gebruik van de geboden gelegenheid tot het stellen van
vragen.
Generaal-Majoor Pesman sprak, mede namens den Legercom
mandant, zijne voldoening uit over het werk der Vereeniging
1061