1066 Zóó handelde de toenmalige regeering met het rapport der staats commissie 1912, die tot aanbouw van zware slagschepen geadviseerd hadde publicatie volgde vrijwel dadelijk nadat het rapport was ingediend, welk rapport te grooter beteekenis had, omdat dit door drie ministers, waaronder de premier, onderteekend was. Moge deze regeering zich aan dat goede voorbeeld spiegelen, om geen onjuiste gevolgtrekkingen te doen ontstaan. B. Van denzelfden schrijver verscheen in de Haagsche Post voor NecL.-Indië van 14 October 1939 HET VLIEGTUIG IN DEN ZEE-OORLOG. In de eerste weken van den thans heerschenden oorlog is in Polen de groote beteekenis, die het luchtwapen in den strijd te land heb ben kan, wel zeer duidelijk gebleken. Vanzelf rijst nu de vraag, wat de rol zal zijn van het vliegtuig in den oorlog ter zee. Daaromtrent loopen de meeningen van deskundigen hemelsbreed uiteen en tegen over degenen, die aan het vliegtuig bij de verdediging van een uit gestrekt eilandenrijk als onzen archipel een overwegende plaats wil len zien toegekend, staan vele anderen, waaronder vrijwel de geheele Marine, die het vliegtuig niet geschikt achten om zich in den strijd met zware artillerieschepen te meten. Terwijl de tegenstanders van het vliegtuig de waarde van het luchtwapen in den strijd ter zee en bij landingen in vijandelijk gebied als bijkomstig en uiterst klein trachten voor te stellen, zien de voorstanders daarin een wapen, dat in den modernen oorlog een uiterst belangrijke, zoo niet de voor naamste plaats zal innemen, vooral wanneer de omstandigheden een intensief gebruik daarvan mogelijk maken. Theoretisch is het zeker mogelijk argumenten te vinden om te betoogen, dat het vliegtuig in den zee-oorlog als aanvalswapen op snelvarende schepen zeer weinig waarde heeft. Men grondt dit dan op de groote hoogte, waarop de vliegtuigen moeten blijven, wanneer zij. horizontaal vüegend, een bommenlast willen werpen. Die afstand ligt op ongeveer vierduizend meters en ongetwijfeld is de trefkans van een enkelen bommenwerper op een doel, dat zich snel door het water beweegt, uiterst gering. Bij een torpedobootjager, die op groo- ten afstand slechts één torpedo lanceert, staat het niet anders. Maar wanneer uit de aanwezige kanonnen verschillende torpedo's kort na elkaar gelanceerd worden, stijgt de trefkans aanmerkelijk en het zelfde zal een vliegtuig kunnen bereiken door een serie bommen kort na elkaar te werpen. Geschiedt de vliegaanval niet op een enkel schip, maar op een eskader dat een veel grooter doel biedt, dan wordt de trefkans eveneens grooter en in het bijzonder zal dat het geval zijn bij een vijandelijke landing, wanneer een groot aantal sche pen in een beperkte ruimte bijeen moet zijn. Wordt ten slotte de bomaanval niet verricht door een enkel vliegtuig, maar door een luchteskader, dan zullen de kansen voor welslagen ook veel grooter zijn. Maar hoe staat het met de afweermiddelen, waarover de schepen beschikken om een vliegaanval te beletten door het neerhalen van een vliegtuig? Hierbij is groote voorzichtigheid bij het maken van conclusies geboden, omdat deze thans nog te zeer op theoretische overwegingen moeten berusten, welke wel eens ijdel konden blij ken, omdat bij een vliegaanval de bekwaamheid der vliegcomman- danten de doorslaggevende factor is. Wordt een bomaanval van groote hoogte, op de juiste wijze, die het vliegtuig zoo min mogelijk aan het goed gerichte vuur van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 81