13. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. 1072 Tactiek. Pantserafweer bij den aanval. Wim Brandt merkt in M. W. Juni nr. 52 op, dat de pag.stukscdt. zich niet achter het schild, doch enkele passen zijw. daarvan moet bevinden. Achter het schuld gezeten ziet hij door de rookontwikkeling niets, waardoor hij niet in staat is den richter de noodige aanwijzingen te geven. Het volgen van de inf. door pag. ziet S. als volgt 1. De eerste pag.afdn. mogen op geen grooteren afstand dan 500 m de voorste inf. volgen. 2. Deze stukken worden door mankracht verplaatst, waarvoor 10 personen per stuk noodig zijn. 3. Wanneer de fus.cien. hiervoor geen hulpkrachten kunnen afstaan, wor den deze onttrokken aan de pag.cie., waartoe z.n. met 2 stukken per bat. wordt volstaan. 4. De rest van de sie. volgt buiten vuurbereik langs een goeden weg. 5. Het verdient aanbeveling de beide stukken onder den sie.cdt. te stellen en diens opvolger cdt. van het achterblijvende gedeelte te maken. Indeeling van een sie.pag. bij het bat. in reg.reserve acht S. steeds noodig. Zulks komt niet alleen tot uiting bij een eventueele doorbraak van vij. vewn. doch ook wanneer aan het res.bat. een afzonderlijke opdracht wordt gegeven. Ten slotte pleit S. voor de tankbuks z.n. 3 per fus.cie. Alleen door indee ling van dit wapen is men er van verzekerd, dat de troep steeds over afweer middelen zal beschikken. Pag. in den aanval. Na er op gewezen te hebben, dat een pag.cdt. evenveel van zijn gemoto riseerde transportmiddelen moet weten als een bereden officier van zijn paard, deelt „H. W." in D. W. Heft 25 van Juni '39 mede, dat hij het geen gelukkige oplossing vindt, om bij oefeningen altijd dezelfde sie.pag. bij het zelfde bat. in te deelen. In de eerste plaats wordt de vrees geuit, dat men door steeds met hetzelfde bat. te oefenen een minder breeden blik krijgt, terwijl het heelemaal niet zeker is dat in oorlogstijd dezelfde officieren als' cdt. van het onderdeel zullen optreden als in vredestijd. O.i. zijn deze motieven eenigszins gezocht. Volgens S. moet het splitsen van een sie.pag. een uitzonderingsgeval zijn. Een te groote versnippering is gevaarlijk en belet een goede samenwerking tusschen de stukken wel moet elke stukscdt. voor zelfstandig optreden wor den opgeleid. De vuurleiding door den sie.cdt. moet regel zijn normaal bevindt hij zich bij het middelste stuk. Echter is e.e.a. niet altijd door te voeren zoo zullen er terreinen zijn, welke het onmogelijk maken dat de sie.cdt. de vuuropening aan zich houdt. Evenals wij reeds bezwaren uitten tegen het door Wim Brandt gepropa geerde beginsel om in den aanval per sie.pag. te volstaan met 1 stuk met m totaal 11 man bediening (zie I.M.T. nr. 9, blz. 856), geschiedt zulks in M. W. Juni nr. 50 door kap. Ullmann. S. kan niet aanvaarden, dat men van de 12 stukken bij het reg., bij den aanval slechts met 4 zou kunnen volstaan. Bovendien vormt een door 11 man vervoerd kanon een doel, dat niet veel kleiner is dan bij gebruik van een tractor hoe brengt men het stuk tijdig in stelling en hoe is de munitieaanvoer geregeld In het algemeen stemmen wij met de bezwaren van kap. U. in.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 87