1076
voorwaarts te helpen. Het begrip vuurplan mag dan niet tot de werkzaam
heden van den bat.cdt. beperkt blijven.
Voorts is S. van meening, dat een schema, zooals bij de art. voor de inf.
onbruikbaar is, i.v.m. de wisselwerking tusschen vuur en beweging, doch dat
bij den aanval het vuurplan een onderdeel van de aanvalsbevelen moet uit
maken. Hetzelfde geldt voor de verdediging, waarbij het vuurplan door
schetsen kan worden verduidelijkt.
S. komt tot de volgende conclusie,,Der Feuerplan der Inf. vertragt keine
eindeutige Normung er laszt sich angesichts des Wechsels der Möglich-
keiten nicht in eine Form pressen. Vom einfachen Befehl des Führers eines
verstarkten Zuges im Angriff bis zum Feuerplan des Bataillons in der Ver-
teidigung sind die verschiedensten Abarten denkbar".
Mj. Treuhaupt waarschuwt in „Schlagwort: Feuerplan" in M.W. nr. 8 nog
maals nadrukkelijk tegen het misbruik, dat immer van het begrip vuurplan
wordt gemaakt. S. haalt uit bovengenoemd „Merkblatt" aan „Der Feuerplan
1st. vom Btl.-Kommandeur aufzustellen", terwijl in de andere (D) inf.voor
schriften het woord „Feuerplan" zelfs niet voorkomt.
Volgens S. moet onder een vuurplan worden verstaan het resultaat van de
overwegingen, hoe de verschillende wapenen op de meest doelmatige en
werkzame wijze kunnen worden ingezet. Het is onnoodig dit resultaat in een
meer of minder fraaie schets vast te leggen het moet tot uiting komen in de
vuuropdrachten. De cdtn., die in het algemeen hun tactische bevelen schrif
telijk geven, werken het vuurplan als opdrachten in dit bevel uit, soms ver
zameld in een bijlage van het bevel. De cdtn., die over een groot aantal en
verscheidenheid van vuurwapenen beschikken, kunnen voor een beter over
zicht voor eigen gebruik een schets van het vuurplan maken. Voor de cies.-
en sie.cdtn. zal zulks wel nooit noodig zijn voor hen heeft een dergelijke
schets derhalve geen reden van bestaan. Deze cdtn. geven i.v.m. de van hooger
hand vastgestelde vuuropdrachten (vuurplan) hun wapenen een taak, waarbij
tevens moet worden gedacht aan de beveiliging van de bat.wapenen, of liever
van de wapenwerking hiervan. S. merkt voorts op, dat een vuuropdracht niet
alleen de doelaanwijzing behelst, doch ook het tijdstip van vuuropening
enz. Men ga in het vaststellen van de vuurtaak niet te ver. Het inf.vuur
moet beweeglijk zijn, steeds daarheen kunnen worden verlegd, waar het het
meest noodig is, waarmede men evenwel n.d.m. de noodige voorzichtigheid
betrachte.
Wapentechniek.
Van de Madsenfabriek (Dansk industri syndikat) ontvingen wij een bro
chure betreffende den nieuwen Idmitr. van 20 mm, waaraan wij het volgende
ontleenen.
Het wapen is gemonteerd op pivöt-affuit en wordt bediend door 3 man.
Bij vuur onder groote elevatie hangt de schutter in een band, terwijl hij met
beide handen de schoudersteunen tegen de schouders drukt. Het is uitgerust
met een trommelmagazijn, houdende 60 patronen. Behalve van de gebruike
lijke vizierinrichting (keep en korrel) is de mitr. voorzien van een dicht bij
het oog geplaatst kringvizier. Het wapen kan derhalve zoowel tegen lucht
doelen als tegen landdoelen worden gebezigd.
Overige gegevens
totaal gewicht 210 kg
hoogte bij hor. stand mitrruim 1 m
totale lengte, schoudersteunen inbegrepen 2,5 m
horizontale schootshoek 360°
vertikaal van—15° tot +85°;
vuursnelheid 500 s./min.
v.M.