1079
Het transportgew. per schot gemiddeld op 30 kg stellend, weegt de benoo-
digde hoeveelheid mu. rond 3200 tvoor den aanvoer hiervan moet worden
gerekend op 3 a 4 nachten
Enkele bijzonderheden over Ursprung und Lehren der Feuerwalze aus dein
groszen Krieg brengt gnl. Berndt in A. R. 8. De vuurwals leidde niet immer
tot het gewenschte resultaat veel hing af van de snelheid, welke wisselde
van 2 (veel te weinig) tot 5 mtn. per 100 m, en de dichtheid. In het laatste
opzicht noemt S. als uitersten 1 bij. per 50 m en per 150 m (te breede strook)
als regel nam men 100 m per bij.
Samenwerking infanterieartillerie.
Kennis omtrent elkanders kunnen is een van de grondslagen voor goede
samenwerking van art. en inf. Als bijdrage hiervoor behandelt kap. Dreiss in
S. A. 8 Zeitbedarf für artilleristische Feuerbereitschajt. Als gemiddelden voor
de verschillende noodzakelijke handelingen, welke ten deele gelijktijdig
kunnen worden verricht, geeft hij op
1. verkenning van a. bij.stln., b. wgpn. en c. copn. Vz1 uur
2. a. oprukken der gv.bijn. en stl.name 7.5 bg. (opgeladen) Vz1-Vz uur,
7.5 vd. mot. en 12 hw. mot. IV2 uur
b. aanleg van vbn. doorslag geeft die der tf.vbn. waarvoor te rekenen
20 mtn. per km
d. treffen van de vuurvoorbereidingenuur
c. inrichting van wgpn. en copn.
Zijn geen abnormaal lange vbn. noodig (vb. met de inf. dan zal derhalve
23V2 uur na uitgaan van het bevel voor stellingverkenning kunnen worden
gesteund. Deze tijden kunnen blijkens de ervaringen ook h.t.l. als maatstaf
gelden zij kunnen blijkens de opgave onder 1 worden teruggebracht tot
IV22V2 uur na uitgaan van het bevel voor stellingname indien zorg wordt
gedragen voor doorloopende verkenning, welke de artillerie dan ook niet
achterwege mag laten de hiermede te bereiken tijdwinst wettigt volkomen
de aan de doorloopende verkenning verbonden inspanning.
Luchtdoelartillerie.
De Chronique des Revues frangaises in R.d'lnf. 8 geeft een samenvatting
van enkele artikelen waaruit duidelijk het bestaan blijkt van een Course au
calibre dans l'artillerie antiaérienne terrestre et navale. Aangezien wij deze
„course" te dezer plaatse steeds op den voet hebben gevolgd en genoemde
samenvatting geen nieuwe gezichtspunten opent, volstaan wij met vermel
ding van het artikel.
In I.M.T. Nr. 8 vestigden wij op blz. 762 de aandacht op gnl. Pargiters
oplossing voor de vermindering van het gevaar van het vuur der ld.art.
voor eigen vlgn. Dit gevaar is uiteraard in hooge mate aanwezig, wanneer
ook jvlgn. deelnemen aan den afweer van vij. lu.avn. D.L.L. 6 brengt nu een
uit de Krasnaja Swesda vertaald artikel over Zusammenwirken von Flak-
artillerie und Jdgern. Men kan volgens S. aan jvlg. en ld.art. zones toewijzen
waartusschen hor. of vert. grenzen. Eerstbedoelde bestaan uit ook van groote
hoogte gemakkelijk te herkennen lijnen als rivieren, boschranden e.d., laatst
bedoelde uit een opgegeven hoogte. Daarmede is elk gevaar echter nog niet
veronzijdigd Zijn hor. grenzen aangewezen, dan moet de ld.art. wel
gereed staan voor vuuropening op de grenzen naderende of overschrijdende
vij. vlgn., doch zij mag deze eerst bevuren, zoodra de met ra.zendinstallaties
uitgeruste leidende jvlgn. daartoe opdracht geven anderzijds nemen deze
den strijd eerst (weder) op, zoodra de ld.art. daartoe met lichtkogels het
teeken heeft gegeven. In de hitte van den strijd is het echter uiterst moeilijk
zich aan deze regeling te houden. Bij aanwijzing van vert. grenzen dient
een neutrale zone te worden ingesteld aangezien de luchtstrijd veelal noopt
tot manoeuvres, waarbij de hoogtegrens der gevechtshandelingen door het
jvlg. niet stipt in acht kan worden genomen. Heeft het aanwijzen van een
vert. grens het voordeel, dat de ld.art. ontslagen wordt van vuur op hoogten,
waar dit minder werkzaam is, de instelling van de neutrale zone is een groot