1082 grooter snelheid en wendbaarheid en met wapens van 20 tot 37 mm van het lijf te houden. (Aldus het probleem stellend heeft S. ongetwijfeld gelijk, doch laatstgenoemde kalibers worden waarschijnlijk nog in geen enkelen jager ge bruikt en de verwezenlijking hiervan zal naar zich laat aanzien op vele be zwaren stuiten. Overigens, zooals reeds werd opgemerkt, dient men nauw keurig de meest waarschijnlijke omstandigheden, waaronder de bwrn. zullen moeten optreden, en de te verwachten afweermaatregelen te overwegen. Komt men dan daarbij tot de conclusie, dat de bwrn. alléén daartegen niet zullen zijn opgewassen, dan moet inderdaad voor bescherming worden gezorgd) R. Geneeskundige Dienst. Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde, 9 September 1939. Ervaringen over transfusies met bewaard bloed" door Dr. D. K. Wielenga, officier van gezondheid 2de kl. Kon. Ned.-Ind. Leger. De opvallende belangstelling, welke den laatsten tijd aan den dag wordt gelegd voor transfusies met bewaard bloed moet voornamelijk worden toege schreven aan de groote voordeelen, welke deze methode voor gebruik te velde biedt. Aangezien het vervoer van bloed naar het gevechtsterrein eenvoudiger is dan het transport van donors daarheen, tracht men nu reeds zooveel mogelijk ervaring op te doen betreffende de resultaten en eventueele gevaren, ver bonden aan het gebruik van bewaard en door toevoeging van bepaalde stoffen geconserveerd en onstolbaar gemaakt bloed. S. geeft een uitvoerig en goed gedocumenteerd overzicht van de wordings geschiedenis der methode, waarbij hij vooral aandacht heeft geschonken aan de ontdekking van den Russischen onderzoeker Yudin, die heeft gevonden dat bloed van gezonde, door een ongeval plotseling overleden personen wel eerst stolt, maar daarna spontaan weer vloeibaar wordt en zich alsdan uitne mend voor transfusiedoeleinden leent. Yudin heeft reeds meer dan 2000 geslaagde transfusies met lijkenbloed verricht en daarbij aangetoond, dat bij doelmatige voorbehandeling en opbewaring het bloed gedurende 2 tot 3 weken zijn geschiktheid voor het beoogde doel behoudt. De groote voordeelen dezer methode zijn, dat men van één „donor" 'veel bloed kan krijgen (tot 4 V), dat het onverdund kan worden gegeven en dat men de zekerheid heeft, dat het afkomstig is van een gezonde (reactie van Wassermann, obductie etc.). Niet overal echter, ook niet in Rusland, gebruikt men lijkenbloed voor transfusiedoeleinden. Bagdassarow en Balachowski nemen bloed af van levenden en maken het onstolbaar met het volgende mengselchloret. natric. 7. citras natric. 5.2, chloret. kalic. 0.2, sulf. magnesic. 0.04, aqua bidest. ad 1000. Een liter van deze vloeistof mengen zij met 1 liter bloed en houden staande, dat men met deze methode het bloed beter kan conserveeren, dan met het meer gebruikelijke citras natricus alleen. Desondanks is echter het van ouds bekende natriumcitraat in een doseering van 10 cc 3,8% oplossing op 100 cc bloed het meest gebruikte antistollingsmiddel gebleven. De ervaringen hier mee zijn zoo talrijk en zoo gunstig, dat het door de thans bekende andere antistollingsmiddelen nauwelijks wordt geëvenaard, laat staan overtroffen. Met name geldt dit voor het heparine, dat ook wel toepassing heeft gevonden, doch dat het nadeel bezit van zeer duur te zijn. Een geheel op zich zelf staande methode om bloed onstolbaar te maken is afkomstig van Corelli, die de waarneming van Lumière en Sonnery kon bevestigen, dat natriumthiosulfaat in een verhouding van 7 op 100 in vitro bloedstolling voorkomt. Corelli gebruikte een spécialité, novotrans genaamd, doch hij vermeldt hiervan niet de juiste samenstelling, noch het gehalte aan thiosulfaat. In een dosis van 7,5 cc op 100 cc bloed is het niet toxisch, terwijl het bovendien het voordeel zou hebben desensibiliseerend en anti-allergisch te werken. In de Mayo-klinieken heeft men het novotrans ook weieens gebruikt, doch slechts in een klein gedeelte der gevallen de ervaringen er mee zijn blijkbaar dus niet zoo gunstig geweest, dat men het citraat er voor heeft willen laten vervallen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 97