1083 In Engeland zijn de ervaringen met transfusies van bewaard bloed blijkens de ter beschikking staande literatuurgegevens nog niet zoo groot, dat zij algemeene conclusies ten aanzien van de waarde der verschillende in zwang zijnde methoden wettigen. Het beste heeft men in Spanje gedurende den jongsten burgeroorlog de theorie aan de practijk kunnen toetsen. Duran Jorda deelt mede, dat in Barcelona van Augustus 1936 tot Januari 1939 in totaal 9000 l bloed, afkomstig van 20.000 bloedverstrekkers werden verbruikt. De indruk, welken hij heeft gekregen, is dat gedurende 1 a 2 weken bewaard bloed even goed bruikbaar is als versch afgenomen bloed. Zeer uitgebreid blijken de ervaringen, waarover in de Vereenigde Staten wordt beschikt. Fantus en Schirmer deelen mede, dat aan de hand van een zeer groot aantal gevallen is gebleken, dat transfusies met bewaard bloed aan alle gestelde verwachtingen voldoen. Zij meenen zelfs, dat men er minder reacties mee krijgt, dan met versch bloed. Uit Frankrijk zijn de mededeelingen over practische ervaringen betrek kelijk schaarsch. Des te uitgebreider zijn echter de publicaties uit dit land over de organisatie der bloedtransfusiediensten. De grootste deskundige op dit gebied is ongetwijfeld Tzanck, de leider van den bloedtransfusiedienst in Parijs, welke nu al ruim 10 jaar onberispelijk functionneert. Als donors fungeeren goed onderzochte burgers, die vrij zijn van dienstplicht. Het bloed wordt opgevangen in het toestel van Henri en Jouvelet, er wordt zuurstof doorheen geleid, waarna het over ampullen van 250 cc wordt verdeeld. Volgens Tzanck zou het van groot voordeel zijn in deze ampullen zuurstof onder overdruk te brengen, doch practische bezwaren maken dit moeilijk uitvoerbaar, vooral wanneer bloed in groote hoeveelheden moet worden ver werkt. De ampullen worden bij 4°C. bewaard en kunnen naar het front worden vervoerd met auto's of vliegtuigen, al naargelang de urgentie. De eindconclusie waartoe S. op grond van uitvoerige literatuurstudie komt is deze, dat hoewel men het er in het algemeen over eens is, dat bloed van een paar weken oud, mits onder bepaalde voorzorgsmaatregelen bewaard, zonder bezwaar kan worden ingespoten, er toch ook omstandigheden zijn, welke het wenschelijk maken geen al te oud bloed te gebruiken. De ervaring heeft namelijk geleerd dat meestal reeds na 5 dagen een beginnende haemo- lyse optreedt. Weliswaar storen de meeste onderzoekers zich daaraan niet, doch in te lang bewaard bloed zijn nog andere uitingen van degeneratieve processen geconstateerd (verdwijnen der thrombocyten en leucocyten, verlies van het bactericide vermogen etc.) welke het toch minder geschikt maken voor transfusiedoeleinden. Het belangwekkende artikel wordt besloten met een uitvoerige literatuurlijst, waarin niet minder dan 51 verhandelingen over bloedtransfusie en aanverwante vraagstukken zijn opgenomen. In dezelfde aflevering geeft de geneeskundig hoofdinspecteur van de volks gezondheid Dr. C. Banning een korte toelichting op de „Wet geneeskundige voorziening 1939" welke beoogt le. de geneeskundige verzorging der burgerbevolking in Nederland in tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden zoo goed mogelijk te regelen 2e. bescherming te geven aan de praktijken van gemobiliseerde artsen. De wet maakt onderscheid tusschen „vervangers" en „waarnemers". Ver vangers zijn zij, die zonder eigen praktijk uit te oefenen voor een collega inspringen waarnemers, zij die naast de eigen praktijk, de praxis van een afwezigen collega geheel of gedeeltelijk gaande houden. Als vervangers in den zin der wet treden op zij, die zich vrijwillig daartoe beschikbaar stellen of zij, die daartoe door den geneeskundig hoofdinspecteur van de volksge zondheid kunnen worden aangewezen. Het ligt in de bedoeling hiervoor in aanmerking te doen komen geneeskundigen, die het artsdiploma hebben behaald in de jaren 1935 t/m 1939. De voor de practische uitvoering dezer regeling benoodigde gegevens worden verzameld door den hoofdinspecteur aan de hand van door de betrokken medici zelf in tp dienen formulieren, welke aan alle postkantoren verkrijgbaar zijn. Met bijzondere wenscheh,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 98