1190 5 gemot, regn., resp. bewapend met 7 vd., 10 hw., 10 vd., 15 hw. en 15 1. benevens 4 regn. met een samenstelling als de regn. div.art. voor toebe- deeling aan eventueel nieuw te vormen groote eenheden. In beginsel kunnen wij S.'s betoog volkomen onderschrijven terreinvorm en wegennet laten echte niet toe, zijn conclusies en voorstellen ongewijzigd voor N.-I. over te nemen. Dit voorbehoud geldt in het bijzonder de door S. geëischte aantallen vuurmonden van 4 a 5 t vervoergewicht, de door hem verlangde hwn. en vd.kanonnen met een gew. van het opgelegde stuk van 2400 a 2600 kg,_ terwijl wij tenslotte meenen, dat h.t.l. een grootere plaats moet worden ingeruimd aan krom'baangeschut. Materieel. Blijkens de rubriek Communications in A.O. III doet de in I.M.T. nr. 9 op blz. 860 vermelde vergelijking met het D. 15 cm kanon M.16 geen recht wedervaren aan het nieuwe Am. 15,5 cm kanon M.l. Men dient de volgende gegevens te vergelijken vert. schootsveld Am. 65°, D. 42° hor. schootsveld 60° resp. 4°; vervoergew. 13.955 kg (w.o. 900 kg vervoerassen en 370 kg reservewielen enz.) resp. 14.465 kg (twee voertuigen) snelheid langs den weg max. 20 resp. 5 km/u. Na het in stlg. komen dient de D. vuurmond te worden ineengezet terwijl voor vuur onder groote elevaties een kuil moet worden gegraven voor den vrijen terugloop van het kulasbij den Am. vuurmond is het een noch het ander het geval. Dit, het groote hor. schoots veld en de grootere vervoersnelheid dwingen tot een zwaardere affuitcon structie (evenwichtsveeren, spreidaffuit) waardoor de Am. vuurmond in vuurstl. 12.685 kg weegt, de D. 9120 kg. Genoemd tijdschrift bevat onder den titel To keep the guns firing een interessante verhandeling van luit.-kol. Armstrong over herstellingen te velde aan vuurwapens. S. geeft aan, dat men het midden moet houden tusschen de twee uitersten te velde a. slechts reservedeelen mede te voeren met enkele gereedschappen voor het passend maken en b. slechts te beschik ken over een atelier, dat alle benoodigde deelen kan vervaardigen. Z.i. dient elke (div.) ordnance maintenance company te zijn uitgerust met de volgende auto's waarvan de motoren tevens de bedrijfskracht leveren „machineshop truck, welding truck, automotive repair truck, small-arms-repair truck, artillery repair truck, spare-parts truck, emergency repair truck" en enkele vrachtaun. met zware reservestukken als schietbuizen 7.5 vd., vew.motoren, assen e.d.m. Men ziet, het is niet gering. Tactisch gebruik. Moge het in I.M.T. nr. 11 op blz. 1078 opgenomen overzicht een indruk hebben gegeven van de hoeveelheid art.materieel, welke de aanval op een ter vdd. ingerichten vij. volgens mj. Gade (Die Feuerwalze) vereischt, uit gaand van de ervaringen van de groote aanvallen in 1918 betoogt gnl. v. Eimannsberger in het tweede deel van zijn artikel Der neuzeitliche Artüle- rieangriff (M.W. 10), dat deze hoeveelheid ten eenen male ontoereikend zal zijn waarbij hij steun vindt in Fr. opvattingen. De belangrijkste punten zijn 1. per km zijn zeker 100 i.p.v. 60 vuurmonden noodig 2. de inleidende beschieting meet 3 i.p.v. 1% uur duren vuurpauzen zijn ontoelaatbaar en er dient met bijkans max. vuursnelheid te worden geschoten omdat a. de vij. art. ononderbroken moet worden bestreden b. niet slechts de voorste 400 m doch de geheele diepte van 's vijands ostl. moet worden bevuurd 3. de vuurwals vergezeld moet gaan van „tirs de protection" en voorts diepte moet hebben, waartoe zij a.h.w. uit 2 achter elkaar loopende vuurwalsen moet bestaan (in 1918 voorste met 1 vd.bij. per 150 m, de achterste met 1 bij. It. of zw. hw. per 80 m vergelijk de Fr. „tirs de ratissage" en „tirs de barrage", te zamen 600 m diep) met een snelheid van 1 km per 40 a 50 mtn. Voor de voorbereiding van een naar deze richtlijnen uitgevoerden aanval moet men rekenen op mu.opvoer 6, stl.name van het gs. 4 en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 102