1195 rige vestigingen verhinderden een goede rust van het vliegend personeel niet, indien zij zich op een afstand van 15 tot 25 km bevonden. 10. De luchtafweer op het vliegveld. Behalve de luchtdoelartillerie en -mitrailleurs worden ter afweer van luchtaanvallen op de vliegterreinen, ook jagers aangetrokken. Gewoonlijk bevindt zich op het vliegterrein een wachthebbende patrouille van jagers (alarmgereed)Onafhankelijk daarvan bevindt zich op dagen van doorloopende luchtgevechten en gevechten op den grond iedere bemanning naast haar vliegtuig en probeert na het alarm- startsignaal, de vijandelijke vliegtuigen op de aanvliegroutes naar het vlieg veld te ontmoeten, 's Nachts houden speciaal ingedeelde nachtjagers de wacht. 11. Op de vliegvelden van de gevechtsafdeelingen, ver in het achterland gelegen, wordt, hoofdzakelijk de passieve luchtverdediging toegepastver- preiding van doelen, camouflage, en vroegtijdige start en aftocht van de vliegtuigen, om den aanval der vijandelijke luchtstrijdkrachten te ontgaan. Op de vliegterreinen van de gevechtsafdeelingen in de nabijheid van het front werden bovendien nog luchtdoelartillerie en voor den luchtafweer ge schikte mitrailleurs opgesteld om duikaanvallen af te slaan. Deze vliegvelden bevinden zich ook onder de hoede van de jachtafdeelingen, welke binnen dit gebied ondergebracht zijn. Het spreekt vanzelf, dat zulke beperkte lucht- afweermaatregelen slechts in die gevallen toelaatbaar zijn, als op het oorlogs vliegterrein niet meer dan 10 tot 15 vliegtuigen hun standplaats hebben. 12. De waamemings- en alarmeeringsdienst. Ieder vliegveld heeft zijn uitkijkposten, die in de nabijheid van het vliegveld op een hoogte of in een gehucht ondergebracht zijn, waarbij in het laatste geval hooge gebouwen voor uitkijk gebruikt worden. De uitkijk is met den commandopost tele fonisch verbonden. Ontvangst de commandopost bericht, dat vijandelijke luchtstrijdkrachten de voorste lijn zijn overgevlogen, dan doet hij daarvan mededeeling aan de uitkijkposten. De uitkijkposten van hun kant melden den commandopost, wanneer zij vijandelijke vliegtuigen hebben ontdekt. Bij de Spaansche verhoudingen had men vanwege het doorsneden terrein en den steenachtigen ondergrond 20 tot 25 dagen r.oodig voor den aanleg van een oorlogsvliegveld. Voor den bouw werden arbeidsafdeelingen van 100 man gevormd, waarbij een aantal vrachtauto's, 2 tot 3 walsen en andere noodzakelijke gereedschappen werden ingedeeld. R. Intendance. In het tijdschrift De Textielindustrie van 5 September 1939 is een artikel opgenomen luidende Tegen oorlogsgassen bestand zijnde weefsels. De kleeding wordt met betrekking tot het onderwerp slechts oppervlakkig in beschouwing genomen terwijl meer aandacht wordt geschonken aan weefsels bestemd voor gasmaskerbekleeding. Het menschelijk lichaam laat zich moeilijk, vooral tegen het ypérite (om een voorbeeld te noemen) beschermen, want deze stof wordt niet alleen in den vorm van een gas, maar ook als een nevel aangewend, welke zich dan bijv. bij een persoon, die zich in een dergelijken nevel bevindt, op de kleeren vastzet, waarbij dan het ypérite, door zijn verbrandende werking, door de kleeren heendringt en vervolgens op de huid komt en aldaar ernstige brand wonden veroorzaakt. Van het beschermende weefsel wordt vereischt, dat het soepel is, niet alleen omdat een beschermende kleeding niet hinderlijk mag zijn, maar ook omdat een soepel weefsel lang niet zoo gauw neiging tot scheuren en barsten gaat vertoonen. Zoodra een weefsel gaat barsten bijv. door ouderdom, kan het ypérite er door dringen. Om deze reden is het zeer belangrijk, dat de duurzaamheid en de houdbaarheid van een dergelijke kleeding goed is en blijft. Het weefsel moet voorts goed tegen mechanische invloeden bestand zijn en tegen wrijven en trekken kunnen. M.b.t. het aanwenden van weefsels voor gasmaskers stelt S. eerst de vraag of het wel doelmatig is gasmaskers, die met behulp van weefsels zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 107