1196 geconfectionneerd, door vormmaskers (geheel uit rubber) te doen vervangen Het vormmasker zonder weefsel (inlagen) heeft volgens S. inderdaad mho den prijs en het aanzien voordeelen. Aan den anderen kant mag men ltr1eYn' dat, het weefselmasker bij een gelijke beschermende werking gemakkelijker en beter houdbaar is. Dit heeft ertoe geleid, dat men ook vormgasmaskers van een tricot-inlage is gaan voorzien. Eea heeft evenwel nog geen volmaakte oplossing gegeven S. trekt hieruit de conclu sie dat over het weefselmasker nog lang niet het laatste woord is gesproken. Het eerste weefsel, dat voor dit doel werd gebruikt, was op lijnolie-basis samengesteld De bestandbaarheid van deze stof, zelfs tegen ypérite was zeer goed. Een dergelijke stof bood een in verhouding zeer doelmatige' bescherming bij een geringe dikte en bij een gering gewicht. Ook de fabricage ervan was zeer eenvoudig dit weefsel kon gedurende den wereldoorlog aan de gestelde eischen goed voldoen. Na den wereldoorlog hielden de fabrikanten zich bezig met het samenstellen van een weefsel, dat beter was dan het z.g. oUeweefsel. Hierbij dacht men het eerst aan rubber, welk materiaal alle te wenschen eigenschappen scheen te bezitten, welke voor het doel werden vereischt. Proeven toonden evenwel aan, dat ofschoon de rubber m het algemeen ondoorlaatbaar is, het ypérite zich ten opzichte van de rubber als een oplosmiddel verhoudt. Wanneer men bijv. op een 2 mm dikke rubberplaat eenige druppels ypérite laat vallen, kan men na enkele uren aan den anderen kant van de rubberplaat het ypérite waar nemen. Om de doorlaatbaarheid te verminderen, moest men de oorspron kelijk zuivere rubbermenging veranderen. Door nauwkeurige proeven wer den de menging-bestanddeelen bepaald, welke noodig bleken te zijn. Zoo bleek bijv., dat krijt als enkele vulstof tot negatieve resultaten voerde dat het evenwel, wanneer het met andere vulstoffen samen wordt verwerkt' de doorlaatbaarheid niet onbelangrijk beïnvloedt. Ook factis (eveneens een' vulmiddel voor rubber) heeft dubbele eigenschappen. In verbinding met andere mengmaterialen schijnt ock factis de doorlaatbaarheid belangrijk te verminderen. Men heeft daartoe de verschillende factissoorten onderzocht echter zijn hieromtrent geen bijzonderheden vermeld. Factis is evenwel een zeer belangrijk mengmateriaal, omdat dit het product houdbaar en soepel maaKt. Men heeft voorts speciale oliën als lak of als tusschenlaag gebruikt. Een laklaag, op den buitenkant van het weefsel aangebracht, staat spoedig bloot aan mechanische beschadigingen. Dit is minder het geval, wanneer de binnenzijde van het weefsel wordt gelakt. Men heeft de tusschenlagen met alleen met behulp van factis samengesteld, maar ook heeft men hier voor cellulose-samenstellingen gebruikt. M.b.v. cellophaan of dergelijke producten heeft men een belangrijk betere bestandbaarheid bereikt dan met natuurlijke en zelfs met synthetische rubber. Bepaalde cellulose- samenstellingen, zooals bijv. nitro- en acetyleencellulose worden door de oorlogsgassen in 't algemeen niet aangetast. Ook natrium-rubber heeft zich m dit opzicht belangrijk beter getoond dan natuur-rubber. Ook hier moesten de mengmg-samenstellingen eerst gecorrigeerd worden, waardoor een veilige uitwerking kan worden bereikt. Daar het vermengen van natrium-rubber met natuur-rubber op moeilijkheden stuit, moet men beide rubbersoorten afzonderlek op het weefsel overbrengen. In tegenstelling hiermede biedt volgens S het vermengen van aethylsamenstellingen met natuur-rubber geen moeilijkheden. De daarbij bereikte bestandbaarheid is buitengewoon Het gommeeren van het weefsel geschiedt op den kalander (glansmachine) waarbij de arbeidsgang nauwkeurig dient te worden opgevolgd De vulca- nisatie geschiedt in heete lucht en wel onder druk. Wordt hierbij zonder druk gewerkt, dan worden de resultaten slechter. Aanvulling verplegingsmiddelen voor den troep in oorlogstijd. Het M.W. 14 Juli 1939 Nr. 3 bevat een artikel over genoemd onderwerp van de hand van Intendanturrat Dr. Bernklau. S. vestigt er de aandacht op, dat het kader en de jonge officieren zich meestal geen rekenschap geven van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 108