„zooveel en zoo spoedig mogelijk" te zwijgen. Zeker is dat het gemakkelijkste en voorloopig ook het goedkoopste, maar aan den anderen kant zijn de op het spel staande belangen zoo groot, dat het loont telkens en telkens weer de aandacht te vestigen op deze in het oogloopende onvolkomenheden in de personeelsorganisatie van het Indische leger. Nu er nog gelegenheid is, is beter de moei lijkheden vierkant onder de oogen te zien, dan ze te omzeilen of er ondeugdelijke uitwegen voor te zoeken, zooals in 1919 is geschied. De motieven a. de invoering van den algemeenen dienstplicht voor Europeanen in Indië, en b. de aangenomen betere kwaliteit van de Inheemsche troepen, waaraan men de verantwoordelijkheid voor de indertijd genomen maatregelen heeft meenen te kunnen ophangen, hebben nog hun invloed niet verloren. Zij eischen openhartige analyse. De gelijknamigheid van het Indische dienstplicht-instituut met het moederlandsche, werkt verwarrend, om niet te zeggen mislei dend. In haar werking verschillen deze twee instellingen o.i. prin cipieel. Indien in Nederland de dienstplichtigen onder de wapenen wor den geroepen vloeien in het algemeen gesproken daardoor in de burgermaatschappij ontstane leegten automatisch dicht ouderen en jongeren staan daar klaar om de werkzaamheden tijdelijk over te nemen. In Indië geeft het in werkelijken dienst oproepen echter een geheel ander beeld. Hier is een aanzienlijk deel van de betrokkenen werkzaam in leidende functies. Zij vor men in de Indische maatschappij de onmisbare niet te vervangen elementen, die in tijden van beroering zeker niet uit hunne onmid dellijke omgeving kunnen worden gemist. Gebeurt dat terwille van het militaire handwerk den dienst te velde toch, dan is economische ontwrichting onvermijdelijk. Deze toestand bedreigt niet alleen de orde en rustde instandhouding van de meeste bedrijven is een levensvoorwaarde voor de strijdende weermacht en het zal wel duidelijk zijn dat de kunstmatige hergroepeering van krachten bij mobilisatie juist in een koloniale samenleving onrendabel moet zijn. Zou bijvoorbeeld een ondernemings-administrateur met zijn employé's in zijn eigen ressort tewerkgesteld niet veel vrucht baarder werk voor de algemeene rust en orde kunnen verrichten, dan wanneer hij als gewoon soldaat wordt ingedeeld bij een wille keurige compagnie infanterie Bij de invoering van de dienstplichtwet is uiteraard rekening gehouden met het verleenen van een aantal vrijstellingen bijv. voor bestuurs-ambtenaren, geestelijken e.d. het moet echter aan gerechten twijfel onderhevig worden geacht of men toentertijd wel voldoende aandacht heeft kunnen schenken aan de eischen, welke in oorlogstijd aan de particuliere bedrijven dienen te wor- 1099

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 11