urr DE PERS (NAGEKOMEN). G. Aan de Javabode van 30 November 1939 ontleenen wij het volgende artikel van den Heer Zentgraaff 1207 Vlootverwarring De zeer groote verwarring welke bij de bespreking der vlootplaimen in de pers tot uiting komt, is ongetwijfeld op rekening te stellen van de Marine zelve. Met plannen van zoo groote beteekenis uit maritiem en financieel oogpunt treedt men eerst in de openbaarheid, zoodra in den boezem der Marine zelve voldoende eenstemmigheid heerscht ten aanzien van hetgeen men als plan naar voren wil brengen. Men heeft dit niet gedaan, en is in het publiek getreden met plannen waarover in marinekringen groot verschil van meening bestaataldus werd vooral de indruk gewekt dat het meer ging om in groote spon- taniëteit opgemaakte plannen tot zeer belangrijke vlootuitbreiding, dan om weloverwogen voorstellen welke met alle omstandigheden rekening houden. Het is niet gemakkelijk te begrijpen, waarom zelfs thans nog in marinekringen zoo uiteenloopende meeningen 'bestaaner is een ontstellend verschil van inzicht zelfs ten aanzien der hoofdlijnen. In het Leger zou, wanneer men een reusachtig bedrag voor uitbreiding kreeg toegewezen, ongetwijfeld ook geene algeheele overstemming bestaan, althans niet op detailpunten, doch men zou het ongetwijfeld wel eens zijn over énkele zeer belangrijke punten alsversterking der Infanterie met eenige bataljons Europeesche fuseliers uitbreiding van modern geschut en mechanisch transport, en belangrijke vermeer dering van het aantal bommenwerpers. Niet alzoo bij de Marine, en zoo kwam het dat men plannen welke het kenmerk der haast droegen en waarover zeer verschillend moest worden geoordeeld, in de arena der publieke beoordeeling wierp. Bovendien wijzigden die plannen zich dan nog in het laatst van 1938 werd, allereerst uit den marinestaf in Holland, de leuze gelan ceerd „Indië moet eene slagvloot hebben". Vice-admiraal Furstner was er de geestelijke vader van. Eene slagvloot, wel een plan van reusachtigen omvang. Toen men de zaak wat nuchterder had bekeken, veranderde men deze leuze in een roep om slagkruisers of zware kruisers. In de hoofden van het publiek varen al deze uiteenloopende een heden slagschepen, slagkruisers, zware kruisers en vestzakslagsche pen nu lustig door elkaar. Alle onderscheid schijnt verdwenen, en de verwarring is nu zelfs zoo groot dat men van vice-admiraal Ferwerda, die geen voorstander was van het sindsdien reeds lang verlaten slagschepenplan doch wel van slagkruisers of zware kruisers wanneer ook voor het daarbij behoorend kleine materiaal was gezorgd, nu ook maar vertelt dat hij tegen slagkruisers of zware kruisers is. Blijkbaar ziet men het zeer groote verschil tusschen de plannen voor eene slagvloot, en slagkruisers of zware kruisers, volkomen over het hoofd Reeds in het einde van 1938 heeft vice-admiraal Ferwerda duidelijk zijn standpunt uiteengezet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 121