eindelijk aangepast. Van 1920 t/m 1936 bereikte de gemiddelde
jaarlijksche aanvulling nog geen 450 man. De uitzending over 1937
en 1938 overtreft dit getal aanzienlijk het zal duidelijk zijn, dat
op een dergelijk kort tijdsverloop geen te hooge verwachtingen
voor vele volgende jaren zullen mogen worden gebouwd. Welis
waar zijn verschillende op de werving van invloed zijnde factoren
sterk van aanzien veranderd, het is echter hoogst twijfelachtig of
Nederland bij machte zal blijken te zijn om binnen de grenzen
van het vigeerend Indische legerstelsel, de formaties weer op volle
sterkte te brengen en te houden.
Men heeft steeds te kampen gehad met gering animo bij jonge
Nederlanders, om onder de eertijds geldende dienstvoorwaarden
in Indischen militairen dienst te treden. Zooals elk ander beroep
wordt ook dat van soldaat beheerscht door de wet van vraag en
aanbod. Het aanbod vindt zijn sterkste stimulans in goede dienst
voorwaarden en het is niet teveel gezegd, dat die dienstvoorwaar
den in de vorige eeuw doorgaans van elke aantrekkelijkheid waren
ontbloot. Niet alleen was de betaling erbarmelijk, de hygiënische
en andere omstandigheden in Indië waren van dien aard, dat het
Nederlandsche volk een afkeer kreeg van den kolonialen dienst,
een afkeer die nog steeds niet geheel is overwonnen. Thans zijn
de toestanden aanmerkelijk beter geworden. De typische incon-
veniënten van de tropen worden voor een groot gedeelte onder
vangen door een zeer goede medische verzorging en men behoeft
maar een blik te slaan in de bekendmakingen van den commandant
der Koloniale Reserve om te beseffen, dat de bestaansvoorwaar
den van de Indische militairen zeker v.w.b. het materieele gedeelte
zeer redelijk zijn. De toevloed tot het Indische leger is op het
oogenblik zoo groot, dat een scherpe selectie kan plaats hebben.
Blijkens een recent persgesprek van bovengenoemden comman
dant voldoet slechts 8,4% van het aantal reflectanten aan de thans
gestelde eischen voor uitzending.
Oogenschijnlijk is dit gunstige verloop in strijd met den geuiten
twijfel omtrent de capaciteit van het moederland om ten volle in
de Indische aanvragen te kunnen blijven voorzien, ook wanneer de
Europeesche formaties weer tot het oude peil zouden worden uit
gebouwd. Men bedenke echter, dat de toeloop ten zeerste wordt
bevorderd door de goede dienstvoorwaarden, welke echter op haar
beurt hooge eischen stellen aan het financieel vermogen van Indië,
vooral wanneer het om groote aantallen soldaten zal gaan. De
tegenwoordige beroepssoldaat is een landsdienaar in vasten dienst
uitzendingskosten, soldijen, voedinggelden, kleedinggelden, gezins
toelagen, kindertoelagen, huisvesting, vergoeding voor water en
licht, standplaatstoelagen, kosten voor medische verzorging, verlof
en vooral voor pensioen vragen millioenen en millioenen guldens.
Budgetaire limieten verhinderen dus al een onbegrensde uitbrei
ding van het beroepspersoneel, maar daarnaast komt nog een
geheel andere factor.
1104