De tactische omstandigheden (groepeering, aard en phase van
den aanval), waaronder de reserve optreedt, stellen vast welke
taak of taken op den voorgrond komen te staande overige, reeds
eerder genoemde factoren (terrein, tijdstip van den dag, sterkte,
enz.) vervolledigen het samenstel van krachten welke op de plaats
en de wijze van opstelling van de reserve van invloed zijn.
Zoo zal bij een niet aangeleund troependeel de bescherming van
de open flank meer op den voorgrond komen te staan dan de
overige takenzal gedurende den naderingsmarsch de reserve
meer naar achteren moeten worden gehouden om manoeuvreer
ruimte te hebben tegen zich voordoende weerstanden, zal bij het
binnendringen in een stelling de reserve op vrij korten afstand
achter de voorste afdeelingen moeten volgen voor de onmiddellijke
zijwaartsche uitbuiting van het succes, enz. Doch, welke ook de
taak van de reserve moge zijn, steeds stelt deze taak aan den com
mandant van eenige reserve-afdeeling de verplichtingen
zich op de hoogte houden van het verloop van den strijd
het verband te onderhouden met de afdeeling tot welker steun
hij zal moeten optreden
de gegevens te verzamelen voor den inzet van zijn reserve-
afdeeling
een oordeelkundig gebruik van het terrein te maken, ten
einde aan zijn afdeeling een maximum dekking te versohaffen.
De hiervoren genoemde taken vinden hieronder een nadere
beschouwing.
ad a. door middel van de manoeuvre (overvleugeling en/of
omvattingveronzijdigen van vijandelijke weerstanden, welke de
voorwaartsche beweging van de voorste afdeelingen remmen en
die door deze afdeelingen niet kunnen worden gebroken.
Het is uitgesloten, dat de voorste afdeelingen als een gesloten
gevechtslinie gelijktijdig voorwaarts kunnen gaan, zoodra op
vijandelijken weerstand is gestooten en het vuurgevecht een aan
vang heeft genomen. Immers, afhankelijk van het terrein en van
den eigen vuursteun alsmede van 's vijands wapenwerking, zal
het de eene afdeeling eerder gelukken voorwaarts te gaan dan
een andere, welke door 's vijands vuur ernstig in haar bewegingen
wordt belemmerd in het bereikte terreindeel. Dientengevolge
ontstaat een zeer gebroken beloop van de voorste lijn, welke
zoodra tot in 's vijands stelling is doorgedrongen daarin een
deuk kan veroorzaken, terwijl links en rechts daarvan de vijand
nog krachtig stand houdt. Deze actie gedurende de aanvals
manoeuvre noemt men in Frankrijk „infiltration". De voorste
afdeelingen zullen het oog gericht moeten houden op het aange
wezen aanvalsdoelzij zullen dus in de bevolen richting moeten
doorstooten en zich niet mogen laten verleiden tot zijdelingsche
acties ten bate van haar neventroepen [zie A.T.V. II, punt 142(2)
1112