Indien de verdediger een tegenstoot of een tegenaanval uit
voert, dan wel een omvattenden aanval inzet op een open flank
van de aanvalstroepen, dan wil dat zeggen, dat het vuurover-
wicht aan zijn zijde is (zie hiervoren onder III) en dus de voor-
waartsche beweging van den aanvaller tijdelijk tot staan is
gekomen. Onder deze omstandigheden komt het er voor den
aanvaller dus op aan primair 's vijands tegenstoot of tegenaan
val af te slaan en vervolgens om het vuuroverwicht zoo spoedig
mogelijk te herwinnen, waardoor de voorwaartsche beweging van
de eigen troepen weer mogelijk wordt, Hiervoor is dus een inzet
van alle beschikbare vuurorganen noodig, hetgeen slechts moge
lijk is bij een opstelling van de betrekkelijke wapens. Hieruit
volgt, dat zoodra de voorwaartsche beweging wordt onderbroken
of tot staan komt, door alle afdeelingen, de reserves dus inbe
grepen, onverwijld stelling wordt genomen en een vuurfront
wordt georganiseerd. Gezien de hiervoren aangegeven mogelijk
heid van tegenaanvallen gesteund door vechtwagens, dienen de
ingedeelde tabn. en pagn., gelijktijdig met de infanterie-vuur-
wapens zich op afweer in te stellen.
ad e. het succes uithuiten hij de doorvoering van den aanval,
zoowel in de phase na het binnendringen in de stelling als in een
later stadium hij het inzetten van de vervolging.
Het uitbuiten van het behaalde succes bij het binnendringen
in de stelling geschiedt op de wijze als hiervoren onder a aan
gegeven, nl. door de methode van het verwijden van de gemaakte
bressen door overvleugeling en omvatting van nog standhouden
de weerstanden, na de „infiltration" van de voorste afdeelingen.
Is eenmaal 's vijands stelling vermeesterd en gaat de verde
diger terug, dan moeten de voorste troepen onmiddellijk de ver
volging inzetten. Deze troepen, die thans het geheele proces van
den aanval hebben doorgemaakt, zullen echter geen krachtige
actie bij de vervolging meer kunnen voeren, ten gevolge van
verlies aan personeele en materieele gevechtskracht, vermoeid
heid, desorganisatie van de onderdeelen zij zullen zich moeten
beperken tot het uitzenden van sterke patrouilles achter den
vijand aan. De vervolging beoogt echter de algeheele vernietiging
van den tegenstander en vereischt dus kracht, gepaard gaande aan
snelheid. Het zal derhalve aanbeveling verdienen de plaatselijke
reserves zoo spoedig mogelijk over de voorste troepen heen tot
den aanval in te zetten, waarbij als regel zal moeten worden
gegrepen naar de plaatselijke reserves in hooger verband dan de
eerste en de tweede linie, dus de regimentsreserve. Ten slotte zal
de A.B. bij de vervolging regelend optreden door den inzet van
de hem nog resteerende laatste reserve, alsmede van de beschik
bare snelle en bij voorkeur gemechaniseerde en/of gemotoriseerde
troepen (evenwijdige vervolging).
1116