schut zijn enkele 4 cm batterijen wel noodig, al was het alleen
maar om de vijandelijke vliegtuigen die een tactische verkenning,
een foto-opdracht of een artillerie-waarnemingsopdracht uitvoe
ren, naar grootere hoogte te dwingen, waardoor zij hun opdracht
minder goed zullen kunnen volbrengen. Om reeds genoemde rede
nen valt van een beschieting geen groot resultaat te verwachten,
uitgezonderd bij foto-opdrachten, zoodat op het gevechtsveld
jachtvliegtuigen zeer noodig zullen zijn. De hier bedoelde batte
rijen zullen zeer nauwkeurig op de hoogte moeten zijn van de
opdrachten aan de eigen vliegtuigen, waarvoor een rechtstreek-
sche verbinding noodig is met de betrokken vliegvelden.
Het lichte 2 cm luchtdoelgeschut is op het gevechtsveld zeer
noodig voor het afslaan van de verschillende aanvallen in scheer-
vlucht (met bommen, gas, verkenningsstooten, enz.) en de zeer
lage bomaanvallen (tot hoogstens 2000 m). Het kan dan niet in
hooger verband optreden, doch moet sectiesgewijs tusschen en
dicht achter de strijdende troepen worden opgesteld, zoodat een
zoo groot mogelijke mobiliteit moet worden geëischt. In een
gevecht dat snel door het terrein van plaats verandert zal het als
regel niet kunnen volgen, doch hier zal het ook niet zoo noodig
zijn, daar de vijandelijke vliegtuigen de plaatsen van de doelen
niet kennen, en aanvallen in scheervlucht dus zeer weinig zullen
voorkomen. Zoodra het gevecht echter het karakter van een stel
lingoorlog begint aan te nemen kan dit geschut worden opgesteld,
en zal dan bij voorkeur 's nachts in stelling moeten worden
gebracht.
Uit het bovenstaande moge zijn gebleken dat op het gevechts
veld zelf door de luchtdoelartillerie niet zooveel valt uit te richten
als bij de verdediging van vaste objecten. Des te meer valt er te
doen achter het gevechtsveld. Daar is het luchtdoelgeschut niet
alleen goed bruikbaar, maar zelfs zeer noodig ter bescherming
van uitlaadstations, bruggen, diep ingesneden wegen, bivaks,
groote troepenconcentraties, emplacementen e.d. en ter beveiliging
van opmarschwegen.
B. Opstelling van het middelbare luchtdoelgeschut.
In hoofdstuk II is gebleken dat de opstelling van het luchtdoel
geschut, bestemd voor de bescherming van vaste objecten, zooals
hierboven genoemd, aan bepaalde eischen moet voldoen, waaraan
niet is te ontkomen. Indien als voorbeeld een ongunstig geval
wordt genomen, bijv. de bomaanval op 5000 m, dan is de beste
opstelling van de middelbare batterijen op den afwerpkring, d.i.
dus op 2500 m van de grens van het object. Te velde zal dit lang
niet altijd mogelijk zijn toch dient hiernaar te worden gestreefd.
Het geschut zal dus dikwijls door het terrein moeten worden ver
voerd, zoodat behalve auto's voor vervoer over den weg, ook
tractoren noodig zullen zijn.
1126