Uiteraard zal te velde de verdediging van een object door lucht
doelgeschut niet zoo grondig kunnen geschieden als bij vaste objec
ten zooals steden, enz. Het zal dan ook dikwijls voorkomen dat
niet het in hoofdstuk II aangenomen minimum aantal van 4 bat
terijen beschikbaar is. We zien (fig. 18) dat bij indeeling van 3
Fig. 18
Fig. 19
batterijen bij een object van 500 m middellijn een groot gedeelte
der kritische zone door slechts een batterij onder vuur wordt
genomen, zoodat bij uitvallen van deze batterij er een nagenoeg
open toegangsweg voor bomaanvallen is. Aan de hand van fig. 19
kunnen we nagaan hoe ongunstig de toestand wordt indien slechts
2 batterijen beschikbaar zijn. Deze zouden bij voorkeur in de
grens van het object moeten worden opgesteld, doch in verband
met de eigen veiligheid zijn ze 500 m buitenwaarts geplaatst. We
zien dat op deze wijze nog een redelijke bescherming wordt ver
kregen, mits geen der batterijen uitvalt.
Uit het bovenstaande volgt wel dat voor indeeling bij het veld
leger een minimum aantal van vier middelbare batterijen in aan
merking komt. Moet één object worden verdedigd, dan wordt
een goede, moeten twee objecten worden verdedigd, dan wordt
nog een redelijke bescherming verkregen. Een aantal van drie
middelbare batterijen is ongunstig, aangezien dit aantal moeilijk
splitsbaar is.
De zware batterijen komen hier niet in aanmerking daar ze
voor gebruik te velde hier te lande te onhandelbaar zijn.
1127