niet op meer dan op 5 km hemelsbreed (fign. 4 en 18) te worden
gerekend, dus in het terrein met eenige reserve bijv. op 10 km.
Wordt de afdeeling gesplitst, en bevindt de afdeelingscommandant
zich bij de eene groep batterijen, dan zou de verbinding met de
andere groep batterijen per radio kunnen blijven geschieden
wordt hier geen genoegen mee genomen dan zou hiervoor zeker
50 km dubbellijn (dus per afdeeling) voor moeten worden uitge
trokken.
Indien het lichte 4 cm luchtdoelgeschut wordt gebruikt in het
algemeene verdedigingsschema van een object, geldt voor de ver
bindingen hetzelfde als voor het middelbare geschut. Eveneens
indien dit geschut over twee objecten wordt verdeeld.
Indien het lichte 2 cm luchtdoelgeschut aangewezen wordt voor
de verdediging van achter het front gelegen objecten is het niet
noodig per sectie over verbindingsmiddelen te beschikken. Het
komt voldoende voor indien de afdeeling beschikt over 1 radio
station voor den afdeelingsstaf en voorts over nog 2 radiostations
om naar behoefte in te deelen. De secties immers reageeren op
het zien of hooren van het doel en hebben het sein „luchtgevaar"
niet noodig.
Voor de op het gevechtsveld ingedeelde secties komt indeeling
van verbindingsmaterieel onnoodig voor, daar zij de bevelen voor
den afmarsch of voor stellingverandering toch zullen moeten ont
vangen van de commandanten van de eenheden, waarbij zij zijn
ingedeeld.
Voor de verbinding van de afdeelingscommandanten met den
regimentscommandant zal in eerste instantie ook van radioinstal
laties moeten worden gebruik gemaakt. Daar de te overbruggen
afstanden zeer groot kunnen zijn, zal dit als regel de normale ver
binding blijven wordt hier geen genoegen mee genomen dan zal
per afdeeling bijv. 100 km dubbellijn beschikbaar moeten zijn.
In hoofdstuk II hebben we gezien, dat het lichte 2 en 4 cm
geschut reageert op het zien, c.q. hooren, van de vijandelijke vlieg
tuigen het zichtbereik h.t.l. is daarvoor groot genoeg. Anders
is dit voor de middelbare luchtdoelbatterijen. Om de groote
schootsafstanden van dit geschut te kunnen uitbuiten is het noodig
dat de batterijen reeds gewaarschuwd worden, voordat de vlieg
tuigen door de batterijen zelf kunnen worden ontdekt. In het
vorige hoofdstuk werd berekend dat de daarvoor te bestemmen
luchtwachtposten op een afstand van minstens 21,5 km, laten we
zeggen 25 km, van de grens van het object moeten zijn verwijderd.
Daar de te velde voorkomende objecten klein zijn, kunnen we
de afmetingen daarvan verwaarloozen, en met het object als mid
delpunt een cirkel trekken met een straal van 25 km, waarop
ongeveer de posten moeten zijn gelegen.
Aangezien te velde op zeker niet meer dan één kring lucht
wachtposten mag worden gerekend, mogen deze niet te ver uit
1131