elkaar liggen. Stellen we daarom het zichtbereik op 6 km, dan mag de tusschenruimte hoogstens 12 km bedragen. De omtrek van den bovengenoemden cirkel is 157 km, zoodat minstens 14 posten noodig zijn om een redelijken luchtwachtdienst in het leven te roepen. We zullen ons dus moeten afvragen hoe dit te velde is te ver wezenlijken. Het uitleggen van het hiervoor benoodigde aantal vrij lange draadverbindingen zou veel te veel tijd, personeel en mate rieel kosten. Daarom wordt bijv. in Amerika uitsluitend van radio telefonie gebruik gemaakt. Na het voorgaande zal het duidelijk zijn dat een regiment mobiele luchtdoelartillerie, ongeveer georganiseerd en bewapend zooals in het voorgaande aangegeven, de beschikking moet heb ben over minstens 14 luchtwachtposten, elk bestaande uit 1 radio telegrafist 1 a 2 man, voorzien van een radiotelefonie-zend- ontvang-station, gemonteerd op een zijspan (om zoo ver mogelijk door het terrein te kunnen komen)Dit personeel zou in een sectie vereenigd kunnen worden en ingedeeld bij den staf der afdeeling middelbare batterijen. Nu in het voorgaande de verschillende benoodigde verbindingen zijn aangegeven, zal hieronder worden getracht in het kort aan te geven hoe deze verbindingen in een voorkomend geval zouden moeten werken, waarbij wordt aangenomen dat over radio-tele- fonie-zend-ontvang-stations wordt beschikt. De bevelen voor het in stelling komen worden langs den marsch- weg het behulp van motorordonnansen bekend gemaakt. Staat het regiment (de afdeeling) eenmaal in stelling, dan zijn weinig of geen bevelen meer noodig. Immers, bevelen betreffende doelaan- wijzing of vuuropening kunnen, overeenkomstig de bij de verde diging van vaste objecten ingedeelde luchtdoelartillerie, niet wor den gegeven deze bevelen zouden steeds te laat komen. De radio verbindingen zijn nu en moeten ook zijn uitsluitend ter beschikking voor de luchtwachtmeldingen. Deze worden door een luchtwachtpost in zeer verkorten vorm (modellen) verzonden over bijv. de kleinste van de drie golflengten, voorafgegaan door een soort zoemersignaal voor het geven van „luchtalarm". Zij moeten overal worden ontvangen, dus zoowel bij de batterijen (met behulp van een luidspreker) als bij de afdeelingscommandanten en den regimentscommandant. Al deze stations moeten dus op de kleinste golflengte zijn en blijven ingesteld. Deze verbinding mag nimmer worden gestoord, behalve natuurlijk indien van stelling moet worden veranderd. Voor verdere berichtenwisseling bijv. tusschen den regimentscommandant en de afdeelingscommandanten zullen deze gezaghebbenden dus over een extra radiostation moeten beschikken, dat op een andere golflengte werkt. De derde golf lengte kan dan als reserve beschikbaar blijven. Een dergelijk extra radiostation voor verbinding tusschen de afdeelings- en bat terijcommandanten komt niet noodzakelijk voor, daar de te over- 1132

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 44