J. Commandoverhoudingen. Wat betreft de commandoverhoudingen geldt vrijwel hetzelfde als voor de luchtdoelartillerie ingedeeld bij de verdediging van vaste objecten. Slechts valt hieraan nog toe te voegen, dat wegens de hoogere eischen op tactisch gebied, welke aan de commando's bij de mobiele luchtdoelartillerie moeten worden gesteld, deze commando's door hoogere rangen zullen moeten worden vervuld dan bij de luchtdoelartillerie in vaste opstellingen. HOOFDSTUK IV. DE OPSTELLING VAN DE ONDERDEELEN VAN DE BATTERIJEN LUCHTDOELARTILLERIE EN VAN DE SECTIES LUCHTDOELMITRAILLEURS. A. De opstelling van de onderdeelen uit een schiettechnisch oogpunt. Bij batterijen, welke projectielen in tijdstelling verschieten dat zijn alle zware en middelbare batterijen, en die zijn voor zien van een vol-automatisch vuurleidingssysteem, komt het gewenscht voor de vuurmonden in een vierkant of gelijkzijdigen driehoek op te stellen en met evenwijdige richtlijnen te doen schieten. Op deze wijze immers wordt in de lucht de grootst mogelijke ruimte onveilig gemaakt indien bovendien wordt gezorgd, dat de werkingssferen der projectielen aan elkaar aan sluiten. Bij in dienst gesteld materieel wordt de straal van de werkings sfeer van het projectiel opgegeven. De werkingssfeer wordt dus voorgesteld door een cirkel, welke ligt in een vlak loodrecht op de baan van het projectiel. Een zoo groot mogelijke ruimte wordt onveilig gemaakt indien deze cirkels elkaar raken. Weliswaar ontstaat tusschen de rakende cirkels oogenschijnlijk een open ruimte, maar hierin komen scherven terecht van alle drie of alle vier de stukken, zoodat een zich aldaar bevindend doel even eens groote kans heeft te worden geraakt. Om, bij evenwijdige richtlijnen, deze cirkels aan elkaar te doen raken is het dus noodig de stukken op te stellen in een vierkant of driehoek met tus- schenruimten gelijk aan 2 X den straal of wel de middellijn van de werkingssfeer van het projectiel. Deze tusschenruimten zullen dus verschillend zijn bij batte rijen van verschillend kaliber. In sommige landen worden wel de springpunten van de ver schillende stukken op één lijn gelegd in den koers van het doel, doch hierdoor wordt, naar het voorkomt, onvoldoende rekening gehouden met de onvermijdelijke fouten, welke ontstaan bij het bepalen van de gegevens van het doel (hoogte, afstand, koers), terwijl het daarbij uitgesloten is, dat het doel wordt getroffen, 1134

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 46